Hier een door mij opgesteld "wetsvoorstel":
WETSVOORSTEL
tot wijziging van de uitleveringswet van 15 maart 1874
TOELICHTING
DAMES EN HEREN,
Sommige Belgen hebben een dubbele nationaliteit. Zij zijn bijvoorbeeld niet alleen Belg maar ook Turk of Marokkaan. Zij zijn dus staatsburger van België maar ook van Turkije of Marokko. Dat andere land, waarvan zij ook de nationaliteit hebben, wordt hierna gemakkelijkheidshave het "land van herkomst" genoemd, vermits deze term dikwijls de werkelijkheid weergeeft.
Dikwijls kunnen deze bipatriden niet verzaken aan hun nationaliteit van het land van herkomst. En in zeer vele gevallen levert dat niet echt problemen op. Maar het kan anders. Het zal gebeuren dat de bipatride in zijn land van herkomst misdrijven pleegt en België dan beschouwt als een veilige thuishaven. België zal nooit eigen onderdanen uitleveren, zoals dat in de meeste uitleveringsverdragen uitdrukkelijk is bepaald. Ook bepaalt de uitleveringswet van 15 maart 1874 dat alleen vreemdelingen kunnen worden uitgeleverd.
In die uitzonderlijke gevallen, waarin de bipatride in zijn land van herkomst misdrijven pleegt en bij betrapping - gevolgd door een veroordeling, eventueel bij verstek - terugkeert naar België, dat hij als een veilige thuishaven beschouwt, lijkt het aangewezen de bipatride uit te kunnen leveren aan het land van herkomst.
Er wordt voorgesteld een als volgt luidend artikel toe te voegen aan de uitleveringswet: "Wanneer de uitlevering wordt verzocht voor de tenuitvoerlegging van een reeds uitgesproken straf, kan de Regering de uitlevering toestaan van een Belg die de nationaliteit heeft van de verzoekende partij, indien het verzoek tot uitlevering betrekking heeft op feiten die de Belgische wet omschrijft als misdaden of die ze strafbaar stelt op grond van de wet van 24 februari 1921 betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen en verdovende middelen, psychotrope stoffen, ontsmettingsstoffen en antiseptica en van de stoffen die kunnen gebruikt worden voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen en indien deze feiten werden gepleegd op het grondgebied van de verzoekende partij nadat de betrokkene de Belgische nationaliteit heeft verworven."
De bipatride zal dus aan zijn land van herkomst kunnen uitgeleverd worden "wanneer de uitlevering wordt verzocht voor de tenuitvoerlegging van een reeds uitgesproken straf", "indien het verzoek tot uitlevering betrekking heeft op feiten die de Belgische wet omschrijft als misdaden of die ze strafbaar stelt op grond van de Drugswet en indien deze feiten werden gepleegd op het grondgebied van de verzoekende partij nadat de betrokkene de Belgische nationaliteit heeft verworven."
De vraag rijst of de voorgestelde regeling verenigbaar is met het EVRM, en meer bepaald met artikel 3 van Protocol nr. 4 bij het EVRM.
Het wetsvoorstel is niet strijdig met artikel 3 van Protocol nr. 4 bij het EVRM, dat bepaalt:
"ARTIKEL 3. - Verbod van uitzetting van onderdanen
1. Niemand mag, bij wege van een maatregel van individuele of collectieve aard, worden uitgezet uit het grondgebied van de Staat, waarvan hij een onderdaan is.
2. Aan niemand mag het recht worden ontnomen het grondgebied te betreden van de Staat, waarvan hij een onderdaan is."
Door de regeling van het wetsvoorstel wordt de bipatride overgedragen aan een staat waarvan hij een onderdaan is. De bipatride heeft met het land van herkomst een effectieve band, vermits hij dat land bezocht heeft nadat hij de Belgische nationaliteit heeft verkregen. Hij wordt dus niet overgeleverd aan een land waar hij een vreemdeling is, maar aan een land waarvan hij een staatsburger is en dat hij niet heeft verloochend.
Bovendien is uitlevering niet hetzelfde als uitzetting. Bij uitzetting wordt de vreemdeling als ongewenste vreemdeling uit het land gezet, meestal definitief. Door het wetsvoorstel wordt de bipatride niet definitief uitgezet. Hij mag naar België terugkeren zodra hij zijn straf in zijn land van herkomst heeft uitgezeten.
WETSVOORSTEL
Artikel 1
Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Art. 2
Artikel 12 van de uitleveringswet van 15 maart 1874 wordt vervangen als volgt:
"Art. 12. Wanneer de uitlevering wordt verzocht voor de tenuitvoerlegging van een reeds uitgesproken straf, kan de Regering de uitlevering toestaan van een Belg die de nationaliteit heeft van de verzoekende partij, indien het verzoek tot uitlevering betrekking heeft op feiten die de Belgische wet omschrijft als misdaden of die ze strafbaar stelt op grond van de wet van 24 februari 1921 betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen en verdovende middelen, psychotrope stoffen, ontsmettingsstoffen en antiseptica en van de stoffen die kunnen gebruikt worden voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen en indien deze feiten werden gepleegd op het grondgebied van de verzoekende partij nadat de betrokkene de Belgische nationaliteit heeft verworven."
Wat denken jullie ?