#3 , 24 aug 2006 20:50
Beste,
Het begrip "aquiliaanse fout" is geen synoniem voor de "burgerrechtelijke fout": de aquiliaanse fout is slechts een deelcategorie van burgerrechtelijke fouten, namelijk die fouten die niet kaderen in een contract. De aquiliaanse aansprakelijkheid is bijgevolg de buitencontractuele aansprakelijkheid die voortvloeit uit onrechtmatige daden (zie daarvoor de artikelen 1382 tot 1386bis van het Burgerlijk Wetboek).
Het subsidiariteitsbeginsel houdt in dat het strafrecht steeds als "ultimum remedium" gehanteerd moet worden, d.w.z. als alle andere acties falen. Andere acties moeten dus primeren op het strafrecht, net omdat het penaal recht zo'n hoge kost met zich meebrengt (zowel voor de maatschappij als voor de betrokkenen).
Het onderscheid tussen de "lichtste" en de "zwaarste" fout wordt op burgerlijk vlak vaak gemaakt. In beginsel komt voor zowel burgerrechtelijke als strafrechtelijke aansprakelijkheid de "culpa levissima" (d.w.z. de lichtste fout) reeds in aanmerking. De minimale toepassingsdrempel voor beide soorten vorderingen is dus de lichtste fout. Er is met andere woorden geen zware fout (of een "culpa lata") vereist want de lichtste telt reeds.
De rechtsgrond voor die gelijkschakeling van fouten, vindt men terug in de Voorafgaande Titel van het Wetboek van Strafvordering (artikel 4). Uit die bepaling leidt men tevens af dat de strafvordering primeert op de burgerlijke vordering. Hoewel die regel in het formeel strafrecht terug te vinden is (namelijk in de Voorafgaande Titel van het Wetboek van Strafvordering), trekt men de logica ervan ook door naar het materieel strafrecht (dus naar het Strafwetboek): bijgevolg is de burgerlijke rechter in principe gebonden door hetgeen de strafrechter heeft beslist.
Vraag is echter of het wel logisch is dat men in het strafrecht dezelfde toepassingsdrempel (namelijk de lichtste fout) gebruikt als in het burgerlijk recht? Volgens de algemene strafrechtsleer is het strafrecht immers enkel te gebruiken als alle andere acties falen, en dus subsidiair (m.a.w.: voor de zwaardere fouten). Vraag is dus of het op strafrechtelijk gebied reeds in aanmerking nemen van de lichtste fout, het subsidiariteitsbeginsel (volgens hetwelk het strafrecht steeds in allerlaatste instantie moet worden ingezet) niet schendt.
Het nadeel aan heel deze constructie is duidelijk: at het strafrecht wordt misschien wel (veel) vaker aangewend dan strikt noodzakelijk en verantwoordbaar in het licht van de subsidiariteitsidee... Immers, wanneer de strafrechter bv. beslist dat onopzettelijke slagen en verwondingen in een bepaald geval g??n strafrechtelijke fout uitmaken (en dus geen "lichtste fout" zijn), heeft dit voor de (burgerlijke) rechter tot gevolg dat deze de fout niet meer in aanmerking kan nemen voor een burgerlijke vordering. Vandaar dat de strafrechter in dat geval toch het strafrecht zal toepassen, voornamelijk om de burgerlijke belangen niet te schaden. Zo ook zou hij zou een dader van onopzettelijke slagen niet kunnen vrijspreken op strafrechtelijk gebied en hem veroordelen op burgerlijk gebied; dan ontbreekt de "lichtste fout", gelet op de strafrechtelijke vrijspraak.
Conclusie:
-de huidige situatie is dat zowel het strafrecht als het aquiliaans aansprakelijkheidsrecht reeds in werking treden vanaf de lichtste fout;
-uw vraag stuurt aan op een splitsing tussen de strafrechtelijke fout en de aquiliaanse fout wat de foutdrempel betreft. De andere dan zware fouten, namelijk de lichtste en lichtere fouten, zouden dan uit het strafrecht geweerd worden en enkel nog voor burgerlijke acties (en dus voor de aquiliaanse aansprakelijkheid) in aanmerking komen. Dit zou tot gevolg hebben dat er minder beroep wordt gedaan op het strafrecht (zoals het hoort) en meer op de burgerlijke procedures. Voordeel daarvan is dat er ook een "splitsing" mogelijk is tussen het strafrecht en het burgerlijk recht: in dat geval kan de strafrechter iemand immers w?l strafrechtelijk vrijspreken (omdat bv. de noodzakelijke zware fout niet aanwezig is) maar hem burgerrechtelijk veroordelen (omdat bv. de noodzakelijke lichtste fout w?l aanwezig is).
Bjorn.
[b]"[i]Cedant arma togae, concedat laurea linguae[/i]", Marcus Tullius CICERO, De Officiis 1, 22, 77.
"[i]Inter utrumque tene[/i]", Publius Ovidius NASO, Metamorphoses 2, 140.[/b]