We hebben met onze familie een patrimoniumvennootschap, maar momenteel zitten we in een totale pastelling en we geraken er onmogelijk uit. De patrimoniumvennootschap heeft een huis met drie appartementen en twee huurders en één kandidaat huurder. De vennootschap heeft drie leden in de raad van bestuur en twee aandeelhouders die elk 50% van de aandelen hebben.
Er moeten dringende dakwerken uitgevoerd worden en het onverhuurde appartement moet klaargestoomd worden voor verhuur.
Er zijn 6 personen bij betrokken in dit verhaal (fictieve namen):
Huurder An
Huurder Bert
Aandeelhouder (50%) Daniel
Aandeelhouder (50%) en Gedelegeerd bestuurder Christof
Bestuurder Erwin
Bestuurder Ik
Bert, Christof, Erwin zijn broers
Daniel is de zoon van Bert
Ik ben de zoon van Christof
An is de ex-vrouw van Bert maar ze komen nog goed overeen, ze kunnen alleen niet goed samenwonen, maar willen wel dicht bij elkaar wonen.
An wil gerust gelaten worden en wil een status quo behouden. An zit zonder huurcontract en is geen lid van de familie en betaald momenteel een heel lage huur en heeft geen waarborg gestort.
Bert wil dat Erwin in het huis komt wonen zodra het appartement klaar is.
Christof en Ik willen in het appartement komen wonen zodra het klaar is.
Erwin heeft in het verleden fraude gepleegd met de aandelen (deze als borg gebruikt voor de bouw van het eigen huis) waardoor de patrimoniumvenootschap nu nog een lening aan het afbetalen is voor Erwin.
Als tegemoetkoming heeft Erwin al zijn aandelen verdeeld over de twee andere aandeelhouders.
Erwin en Christof hebben daardoor ruzie.
Bert heeft ruzie met Christof omdat Christof mij in het appartement dat vrij gaat komen wil laten wonen.
Erwin en Bert breken alle voorstellen en offertes die Christof aanbrengt af. Bert vindt dat hij recht heeft om zich te moeien omdat hij een van de drie broers is en zijn zoon 'zijn aandelen' bijhoudt. Hij ziet zichzelf als de vertegenwoordiging van de andere 50% van de aandelen.
Christof kan niets doen omdat er voor een lening om de werken te laten uitvoeren geld nodig is en daarvoor de handtekening van Daniel ook nodig is. Daniel volgt gewoon zijn vader Bert.
Ondertussen heb ik met toelating van Christof al enkele werken uitgevoerd in het appartement (voornamelijk opkuis, muur herstellen, schilderen, vloer leggen, meubels herschikken enz.)
An moeit zich constant daarmee en breekt alle inspanningen die geleverd worden af.
An en Bert betalen momenteel een belachelijk lage huur en hebben schrik dat de inspanningen die Christof en Ik voorstellen gaan leiden tot een 'normale' huur.
Elke dag nemen de spanningen binnen de familie toe en ondertussen gebeurtV er niets.
Erwin is kwaad op Christof omdat er niets gebeurd en Christof is kwaad op Erwin en Bert omdat ze al zijn inspanningen blokkeren.
Erwin stuurt voortdurend lastige mails naar Christof met voorwaarden om tot een akkoord te komen over de uit te voeren werken en de huur (wie, wanneer, welk bedrag...)
De visies liggen erg uiteen:
VISIE 1: Christof en Ik
Afgevaardigde bestuurder: Ik
Andere bestuurders: Daniel en Christof
Huurders: Bert, Ik en eender welke derde huurder (liefst niet An omdat we daar steeds ruzie mee hebben, bovendien heeft die al een voorgeschiedenis op andere appartementen dat ze heel lastig is)
Vennootschap: Drie appartementen die voldoende opbrengen om evt. uit te breiden naar andere panden.
VISIE 2: Bert en Erwin
Afgevaardigde bestuurder: Bert
Andere bestuurders: Christof en Erwin (de drie broers in het bestuur van de venootschap)
Huurders: Bert, Erwin en An
Vennootschap: Een groot familiehuis
Wat kan Christof doen in dit verhaal, hij wordt constant onder druk gezet?
Wat kan Ik doen om dit te keren? An maakt mij de hele tijd zwart en Bert en Erwin willen alleen maar met Christof praten over zaken want: het zijn de drie broers en de vennootschap is maar een bijkomende constructie...