Ik heb de volgende vraag;
- Er is een vennootschap X
- Een schuldenaar is 10000 euro verschuldigd aan een vennoot van vennootschap X
- De schuldenaar is ook 5000 euro verschuldigd aan de vennootschap X zelf
Hoe dien ik artikel 25 Wetboeken Vennootschappen te interpreteren;
Moet de schuldenaar die zijn schuld van 10000 euro wil aflossen t.o.v. de vennoot 6666 euro aflossen aan de vennoot (10000 euro / 15000 euro = 2/3 = 2/3 van 10000 euro is 6666 euro), en 3333 euro aflossen aan de vennootschap (5000euro / 15000 euro = 1/3 van 10000 euro = 3333 euro)
Klopt dit, in mijn handboek staat immers dat de schuldenaar aan de vennoot 7500 euro moet en aan de vennootschap 2500 euro)
Bedankt