#3 , 23 jun 2019 08:20
22/01/2019 vonnis dus je valt onder de nieuwe insolventie wet.
U post zijn die nooit EERST door gestuurd geweest naar de curator ??
Art. XX.143. De aan de gefailleerde gerichte brievenpost wordt afgegeven aan de curatoren door elke postoperator, mits een door de curatoren ondertekende schriftelijke aanvraag gericht aan de postoperator met vermelding van naam en adres van de gefailleerde. De curatoren openen de brievenpost.
Dit is nu met de nieuwe wet tot aan de eerste vergadering van schuldeisers dus tot na 30 dagen na vonnis in normale omstandigheden .Vroeger was dit tot sluiting faillissement.
Je moet je geen zorgen maken over deze brieven !
Een zeer belangrijke vraag !
Heb je al u kwijtschelding aangevraagd want dit is nu zeer dringend volgende maand is het 6 maanden .
Dit zal ten vroegste in september zijn , vanwege het verlof.
Art. XX.173. § 1. Indien de gefailleerde een natuurlijke persoon is, zal hij ten aanzien van de schuldeisers worden bevrijd van de restschulden, onverminderd de zakelijke zekerheden gesteld door de schuldenaar of derden.
De kwijtschelding heeft gevolgen voor de onderhoudsschulden van de gefailleerde noch voor de schulden voortvloeiend uit de verplichting tot herstel van de schade verbonden aan het overlijden of aan de aantasting van de lichamelijke integriteit van een persoon waaraan de gefailleerde schuld heeft.
§ 2. De kwijtschelding wordt enkel toegekend door de rechtbank op verzoek van de gefailleerde, welk verzoekschrift hij dient te voegen bij zijn aangifte van het faillissement of dient neer te leggen in het register uiterlijk drie maanden na de bekendmaking van het faillissementsvonnis, zelfs indien het faillissement is afgesloten voor het verstrijken van die termijn. Het verzoekschrift wordt door de griffier ter kennis gebracht van de curator. Deze legt uiterlijk na één maand een verslag neer in het register over omstandigheden die kunnen aanleiding geven tot de vaststelling van kennelijk grove fouten, bedoeld in § 3.
Zonder de sluiting van het faillissement af te wachten en van zodra de termijn van zes maanden is verstreken, kan de gefailleerde de rechtbank verzoeken uitspraak te doen over de kwijtschelding.
Als er één deur dicht gaat, gaat er een andere open.