#8 , 13 mar 2019 23:51
a) De handtekeningsbevoegdheid betreft telkens de externe vertegenwoordigingsmacht, hetwelk doelt op de mate waarin de vennootschap verbonden kan worden door haar bestuurders/zaakvoerders ten aanzien van derden. De handtekeningsbevoegdheid hangt in grote mate af van de statuten. In een BVBA is iedere zaakvoerder in principe concurrentieel bevoegd om de vennootschap te verbinden naar de buitenwereld toe. De zaakvoerders kunnen evenwel ook een college vormen, waarbij een meerderheid in acht dient genomen te worden (indien de statuten dat zouden bepalen). Een uitzondering daarop is een geval van belangenconflict, waarbij Janssens de beslissingsbevoegdheid uit handen moet geven aan de andere zaakvoerders van de BVBA Invest. Normalerwijze kan Janssens dus eenzijdig de vennootschap vertegenwoordigen.
b) Onder het oude recht kon je in de hoedanigheid van vaste vertegenwoordiger tegelijkertijd optreden naast je bestuursmandaat in de vennootschap zelf. Onder het nieuwe recht (WVV; inwerkingtreding 1 mei 2019) zal Hans evenwel niet langer tweemaal kunnen zetelen in de raad, ofschoon dit gebeurt in een andere hoedanigheid.
Indien hij enkel als vaste vertegenwoordiger zetelt, geldt hetgeen ik heb vermeld onder a), net zoals Denlowie zegt hierboven. Hij is dus bevoegd om de handtekeningsbevoegdheid uit te oefenen in naam van zijn lastgever, de EBVBA.