Graag had ik een concreet voorbeeld gekregen van hoe een kruisparticipatie in mekaar zit, zo vraag ik mij bv. af of men ook met een onrechtstreekse dochtervennootschap rekening houdt bij de berekening van de maximum drempel van 10 procent van de stemrechten.
Alvast, hartelijk bedankt
Mvg,