Dat zal afhangen van de interpretatie van de wet:
Art. 3. In Boek III, Titel VI, Hoofdstuk IV van het Burgerlijk Wetboek wordt een Afdeling IV ingevoegd, luidende :
" Afdeling IV. Bepalingen met betrekking tot de verkopen aan consumenten.
Art. 1649bis. § 1. Deze afdeling is van toepassing op de verkopen van consumptiegoederen door een verkoper aan een consument.
§ 2. Voor de toepassing van deze afdeling wordt verstaan onder :
1° " consument " : iedere natuurlijke persoon die handelt voor doeleinden die geen verband houden met zijn beroepsactiviteit of zijn commerciële activiteit;
2° " verkoper " : iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon die consumptiegoederen verkoopt in het kader van zijn beroepsactiviteit of zijn commerciële activiteit;
Mijn inziens kan dit op beide manieren geïnterpreteerd worden en is het maar de vraag of je het risico wil nemen om hiervoor voor de rechtbank te verschijnen.
Persoonlijk zou ik dit ook interpreteren zoals Lowie, maar ik ben dan ook geen rechter.