Sedert halfweg november ben ik overeengekomen met een Nederlandse conculega om mijn bedrijfswagen aan hem te verkopen.
Eind november is hij deze komen afhalen en waren we schriftelijk een overeenkomst aangegaan waarin staat dat de wagen € 4.500,00 moet kosten.
Ik stuur mijn Nederlandse conculega bijgevolg dan ook een factuur van € 4.500,00 zonder BTW (BTW verlegging van heffing conform artikel 21 paragraaf 2). Hierop krijg ik reactie dat hij het bedrag niet in 1 keer kan betalen en wenst hij bijgevolg een afbetalingsplan dewelke ik hem dan ook geef (wat ik niet verplicht ben).
We waren overeengekomen dat hij iedere maand gedurende 3 maanden € 1.000,00 diende af te lossen en de laatste en 4de maand € 1.500,00 diende te betalen. Deze overeenkomst is bevestigt en ondertekend geweest door beide partijen.
Op de factuur werd eveneens vermeld dat de wagen eigendom is en blijft van de verkoper (mijn firma) zolang de integrale prijs niet betaald is.
Ook werd er op het afbetalingsplan gezet: "Wij vestigen uw aandacht op het feit dat bovenvermeld plan stipt gevolgd moet worden. Zoniet zullen we ons genoodzaakt zien strengere maatregelen te treffen om onze belangen te verdedigen." Uiteraard gelden onze algemene voorwaarden op iedere factuur die bijgevolg ook van toepassing zijn op afbetalinsplannen.
Tot op heden heb ik maar 2 maanden ontvangen (maand december 2011 en januari 2012 dus € 2.000,00) maar de overige bedragen (februari 2012 en maart 2012 voor een bedrag van € 2.500,00) heb ik tot op heden niet ontvangen. Hij zit dus sinds februari (4 maanden) achter met de inlossing.
Wat kan ik hieraan doen? Hij weigert het overige bedrag te betalen...
Mijn Nederlandse conculega is onderheven aan Nederlandse BTW...