Recht van doorgang is een recht dat contractueel ontstaat, maar de modaliteiten hiervan dienen duidelijk omschreven te zijn: is het recht toegekend aan een persoon (eindig) of een erf (onbeperkt in tijd), de omvang van het recht (voetganger, fietser, voertuigen, breedte van de doorgang, ...), wordt er een vergoeding voor bepaald, zoja, is dat eenmalig of periodiek, ...
Recht van doorgang wordt nooit op een persoon beschreven, altijd op een perceel.
Het is een erfdienstbaarheid: Burgelijk Wetboek 686.
(u verwart "eindig" en "vergoeding" met een recht van uitweg)
En is oneindig.
Heel soms wordt in een recht van doorgang beperkingen van voertuigen gesteld, meestal echter niet.