#3 , 30 jan 2018 22:44
Een verkrijgende verjaring van onroerend goed gebeurt na 30 jaar bezit (art. 2262 BW). Mits een wettige titel en op voorwaarde dat je te goeder trouw was (op moment van inbezitneming), is dit reeds na 10 (zelfde rechtsgebied) of 20 jaar (ander rechtsgebied dan de ware eigenaar) (art. 2265 BW). De goede trouw wordt hierbij steeds vermoed (art. 2268 BW).
Probleem is dat je de verkrijgende verjaring niet kan bewijzen - je moet maw een revindicatie afwachten van de ware eigenaar, die dan kan verworpen worden door de rechtbank op basis van je verkrijgende verjaring. Pas dan krijg je een titel van eigendom (na verkrijgende verjaring) ter beschikking.
Je kan een eigendomstitel eventueel zelf uitlokken door een afpaling te vorderen.
Via art. 2235 kan je de bezitsvoeging laten toepassen (bezit van meerdere personen (termijnen van vorige bezitters) samenvoegen tot één lange bezitstijd) om de 10/20/30 jaar aan te tonen. Voorwaarde is in dat geval een rechtsband tussen opeenvolgende bezitters (bv. koop, schenking) of een opvolging onder algemene titel (bv. erfenis).
Ik heb absoluut geen probleem met foute antwoorden. Ik maak ze ook. Dat is een leerproces.
Wat me wel stoort zijn zij die eigenlijk wel beseffen dat ze fout zaten, maar stijfkoppig volhouden zonder een juridische onderbouw te geven.