Het is me niet duidelijk in welke mate het zinvol is om naast het indienen van een bezwaarschrift tegen een stedenbouwkundige vergunning ook politiek te lobbyen. Net zoals de deputatie lijkt me het schepencollege ook een politiek beslissingsorgaan, in tegenstelling tot de Raad voor vergunningsbetwistingen.
Of heb ik het verkeerd voor en kan het schepencollege sowieso geen gunstig advies geven als de bouwaanvraag onwettigheden zou bevatten? En wat bij een "stilzwijgend positief" advies?
Aanleiding: bouwaanvraag voor appartementsgebouw vlakbij, terwijl in onze notariele akte (en die van wellicht de ganse buurt) staat dat er alleen woningen mogen gebouw worden. Ook andere (juridische) argumenten kunnen worden aangegeven in het bezwaarschrift.
De bouwheer betreft echter een belangrijke vastgoedspeler in de regio en de schrik zit erin dat het schepencollege niet zwaar zal tillen aan bepaalde juridische bezwaren of onwettigheden.