Het gaat dus over vrijwillige onverdeeldheid waarbij 4 partijen een huis hebben aangekocht en hiervoor samen een lening zijn aangegaan.
Er is een huurder in het pand. Maar de betalingen van de huurder zijn heel onregelmatig en meestal te laag.
Tot een bepaalde hoogte werden de extra bedragen, bovenop het verschil tussen huurprijs en afbetaling, door de leningnemers bijgepast. Recentelijk besliste één partij eenzijdig echter dat ze niet verder wenst bij te dragen aan de lening met als argument dat de huurder sterker moet aangepakt worden. De huurder is al menige keren via aangetekende brief aangeschreven maar zonder echt merkbare verbetering.
Is er een mogelijheid om als één of 2 partijen van de lening af te geraken. Door zowel uit de onverdeeldheid te treden en ook van de lening af te geraken ? Ik lees hier en daar van een verschil tussen onvrijwillige en vrijwillige onverdeeldheid. Bij vrijwillige onverdeeldheid is het een stuk moeilijker.
Eén van de pistes is de verkoop van het onroerend goed. Maar we vermoeden dat hiervoor ook de 4 partijen akkoord moeten zijn om dit uit te voeren. Zijn er mogelijkheden om dan toch over te gaan tot de verkoop, zelfs al liggen één of 2 partijen van de 4 dwars ?
Er is één partij die niet bijdraagt tot de lening en een andere partij die niet wil dat het goed verkocht wordt, zonder dat er deze partij zijn/haar voorwaarden voldaan wordt. Het lijkt dus sterk op een soort van afpersing want op het einde van de maand liggen de aangetekende schrijven van de financiële instelling er. De overige 2 partijen moeten telkens bijpassen om geen loonsbeslag of dergelijks aangesmeerd te krijgen.
Kan deze situatie aangekaart worden en als rechtsmisbruik aanschouwd worden ?
Het lijkt me sterk dat partijen simpelweg beslissen om niet langer te betalen voor de lening en een andere partij zijn veto stelt bij een verkoop. In de akte staat bij mijn weten niets beschreven over het uit de onverdeeldheid treden.
Alvast bedankt voor jullie suggesties