Bedankt voor je antwoord,
wanneer zijn die dakkapellen gebouwd, wie zou ze gebouwd hebben (vorige eigenaar?)?
De dak kapellen zijn gebouwd door de vorige eigenaar. Het jaartal kan ik er niet op plakken, maar ik vermoed dat deze minstens 30j oud zijn. Ik heb de vorige eigenaar hier omtrent nog niet gecontacteerd omdat ik hun hier zo lang mogelijk wil buiten houden.
staat er in de aankoopakte iets over bouwovertredingen?
Over een bouwovertreding kan ik niets vinden. Ik kan enkel de volgende paragraaf vinden die enigszins betrekking heeft tot dit probleem:
De instrumenterende notaris vermeldt en informeert, in toepassing van artikel 5.2.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, hierna “De Codex” genoemd, dat, uit 1° een stedenbouwkundige uittreksel de dato 24 september 2014 (dat de koper erkent voorafgaandelijk te hebben ontvangen) 2° verklaringen van de verkoper en 3° het hypothecair getuigschrift, blijkt dat:
- het goed volgens het gewestplan Leuven dd. 7 april 1977 gelegen is in woongebied en in het Bijzonder Plan van Aanleg “Park” de dato 30 mei 1994 met als bestemming Gesloten bebouwing, zone voor tuinen.
- voor het goed geen stedenbouwkundige vergunningen werden afgeleverd met uitzondering van de stedenbouwkundige vergunning afgeleverd op 19 december 1974 (dossiernummer XXX) bijgebouw garage;
- er met betrekking tot het goed geen dagvaarding werd uitgebracht overeenkomstig artikel 6.1.1 of 6.1.41 tot en met 6.1.43 van de Codex noch enige beslissing werd gewezen;
- het goed niet gelegen is in een zone die in een definitief vastgesteld uitvoeringsplan zou zijn aangeduid als een zone met voorkooprecht;
- het goed niet het voorwerp uitmaakt van een verkavelingsvergunning;
- het onroerend goed niet het voorwerp uitmaakt van een voorkeursbesluit of een projectbesluit;
- op het onroerend goed geen voorkooprecht rust, vermeld in artikel 2.4.1 of artikel 34 van het decreet van 25 april 2014 betreffende complexe projecten.
C. De instrumenterende notaris deelt mee dat geen werken of handelingen vermeld in artikel 4.2.1 van de Codex mogen worden opgericht of uitgevoerd zolang er geen stedenbouwkundige vergunning is verkregen; in bepaalde gevallen is de vergunningsplicht vervangen door een meldingsplicht.
De koper zal zich eveneens moeten schikken naar alle wetten en besluiten die door de bevoegde overheden voorgeschreven zijn of in de toekomst zouden kunnen voorgeschreven worden met het oog op gebeurlijke onteigening, rooilijn, zonder voor verlies of onbruikbaarheid van grond, voor weigering van stedenbouwkundige toelating, bestemmingswijziging, vergunning of anderszins enig verhaal tegen de verkoper te kunnen uitoefenen of zijn tussenkomst of waarborg te kunnen inroepen.
Voor zover niet zou voldaan geweest zijn aan de informatieverplichtingen van de Codex in de onderhandse verkoopovereenkomst die deze akte voorafgaat, verklaart de koper uitdrukkelijk te verzaken aan iedere vordering wegens miskenning ervan.
D. De verkoper verklaart voor alle vergunningsplichtige werken die hij gebeurlijk heeft uitgevoerd of laten uitvoeren aan het hierbij verkochte goed de vereiste vergunningen te hebben verkregen.
Hij verklaart bovendien, te goeder trouw, geen kennis te hebben van onwettige constructies die dateren van vóór hij eigenaar was.
Hij verklaart tevens dat bij zijn weten de opgerichte constructies volledig overeenstemmen met de door de bevoegde overheid opgelegde stedenbouwkundige en andere voorschriften; desbetreffende verklaart hij dat bij zijn weten op heden het goed het voorwerp niet uitmaakt van enig bouwmisdrijf.
De verkoper verklaart met betrekking tot het goed er geen kennis van te hebben dat hieromtrent enige betwisting of rechtsge¬schil zou bestaan.
De verkoper verklaart dat hij geen enkele zekerheid geeft omtrent de mogelijk¬heid om op het verkochte goed te bouwen, of enige vaste of ver-plaatsbare inrichting op te stellen, welke voor bewoning kan worden gebruikt.
De koper zal desbetreffende hiervan zijn eigen zaak maken zonder enige tussenkomst in vrijwaring vanwege de verkoper of ondergetekende notaris.
De koper verklaart op de hoogte te zijn dat de constructies opgericht vóór 22 april 1962 geacht worden vergund te zijn volgens artikel 4.2.14§1 van de Codex.
De koper verklaart tevens op de hoogte te zijn dat de constructies opgericht in de periode tussen 22 april 1962 en de inwerkingtreding van het gewestplan waarin deze gelegen zijn, geacht worden vergund te zijn volgens artikel 4.2.14§2 van de Codex, bij gebrek aan proces-verbaal of niet anoniem bezwaarschrift opgesteld binnen de vijf jaar na het optrekken of plaatsen van de constructies.
Ikzelf heb geen juridische kennis, dus ik weet niet hoe relevant deze paragrafen zijn. Mijns inziens kan ik hier uit opmaken dat als de kapellen voor 1962 of voor het gewestplan geplaatst zijn, dat deze vergunt zijn? Mogen deze dan ook vernieuwd worden, ook al zijn ze tegenstrijdig met het huidige gewestplan?