Uw stelling komt er dus op neer dat u door verjaring eigenaar geworden bent van de helft van de bouwgrond. De andere helft is nog in onverdeeldheid en daar is dus ook de helft van u.
Dit lijkt mij moeilijk te verdedigen. Dan hebt u als onverdeelde mede-eigenaar de helft gebruikt. Dat maakt u nog geen eigenaar door verjaring. De kans is groot dat de rechter oordeelt dat uw bezit dubbelzinnig (zie art. 2229 Burgerlijk Wetboek) is. Bezit is dubbelzinnig als u het bezit uitoefent uit hoofde van een ander recht. U kon het bezit uitoefen als mede-eigenaar die in onverdeeldheid is.
Ok dank u. Dit noem ik een zinnig en waardevol antwoord waar ik wat mee ben. Mocht ik u hier een like kunnen geven, gaf ik ze meteen.
Mijn geval is fictief, maar gelijkaardig en dit was dus een bewuste zet van de tegenpartij om me in de val te lokken en de buurvrouw hierbij te betrekken. Uiteraard heb ik nooit iets ondernomen, integendeel, ik heb zelf last van de overlast.