Een vastgoed akte spreekt van een gedeelde "bornput" (ja: BORN, niet BRON, blijkbaar is born oud Nederlands). Er zijn ook beerputten, regenputten, overloopputten (hopelijk zijn er niet nog meer ).
Vraag: indien een put dat continu grondwater bevat (vgl in het Engels: "a well"; werkwoord "to well up") deel is van een erfdienstbaarheid, en de eigenaar van het heersend erf dumpt er zijn regenwater in (direct van dak via regenpijp naar put), is dit gebruik dan consistent met die erfdienstbaarheid?
Mijn interpretatie van Art 702 BW is dat zulk gebruik inconsistent is: "Anderzijds mag hij die een recht van erfdienstbaarheid heeft, daarvan slechts gebruik maken overeenkomstig zijn titel, zonder aan het dienstbare erf of aan het heersende erf een verandering te mogen aanbrengen waardoor de toestand van het eerstgenoemde zou worden verzwaard.". Interpretatie: de buur mag alleen water uit de put halen, geen water erin toevoegen.
Heeft iemand hier al rechtzaak ervaringen rond gedaan, nl. de distinctie tussen een erfdienstbaarheid recht om water uit een grondwater put te halen, en water aan een grondwater put toe te voegen ?
Dank bij voorbaat.
DR