#6 , 21 apr 2017 16:13
BURGERLIJK WETBOEK: Schade veroorzaakt door milieuverontreiniging wordt in België in de eerste plaats vergoed overeenkomstig de regels van de klassieke foutaansprakelijkheid, geregeld in de artikelen 1382 en 1383 van het Burgerlijk Wetboek. Voor de toepassing van de foutaansprakelijkheid moet aan drie voorwaarden voldaan worden: er moet schade zijn, die het gevolg is van een toerekenbare fout en er moet een oorzakelijk verband tussen fout en schade worden aangetoond. Iemand die op grond van artikel 1382/1383 B.W. aansprakelijk wordt gesteld, zal de schadelijder moeten tegemoetkomen, d.i. de schade moeten vergoeden hetzij door de aangerichte schade te herstellen, hetzij door een (vervangende) schadevergoeding te betalen. Er is sprake van fout indien een wettelijke of reglementaire bepaling wordt overtreden, maar ook wanneer de algemene zorgvuldigheidsnorm niet wordt nageleefd. De algemene zorgvuldigheidsnorm is geschonden wanneer de schadeveroorzaker niet heeft gehandeld als een bonus pater familias of niet heeft gedaan wat van een normaal zorgvuldig persoon mag verwacht worden. Inzake geurvoorkoming geldt bijgevolg ook dat van een eventueel veroorzaker mag verwacht worden dat hij alle noodzakelijke maatregelen neemt die van een normaal zorgvuldig persoon mogen verwacht worden. De toepassing van de zorgvuldigheidsnorm hangt sterk af van elk geval afzonderlijk en varieert ook volgens de aan plaats en tijd gebonden maatschappelijke waardeoordelen. Zo is vb. de geur van mest meer aanvaardbaar op het platteland dan in de stad."
"BURGERLIJK WETBOEK: De aansprakelijkheid voor abnormale burenhinder (een vorm van foutloze aansprakelijkheid) werd ontwikkeld door de rechtspraak en is gebaseerd op artikel 544 van het Burgerlijk Wetboek, dat het eigendomsrecht regelt. Tussen naburige eigendommen bestaat er een soort evenwicht waarbij elke eigenaar een zekere hinder moet dulden die nu eenmaal eigen is aan het "samen-leven". Wanneer nu evenwel een eigenaar door een zelfs niet-foutief gebruik van zijn goed aan een naburige eigenaar overlast of bovenmatige hinder berokkent in die mate dat daardoor het bestaande evenwicht wordt verbroken, dan is hij verplicht tot een billijke schadevergoeding. Het bewijs van een fout in hoofde van de aansprakelijk gestelde eigenaar is niet vereist."
"STRAFWETBOEK: In die gevallen waar de milieuwetgeving met de voeten wordt getreden, waar metingen of vaststellingen dit kunnen bevestigen, is de opmaak van een proces-verbaal door de bevoegde instantie aangewezen. Op basis hiervan kan de strafrechter maatregelen opleggen om de toestand te normaliseren. De strafrechter kan eveneens een geldboete of gevangenisstraf opleggen, goederen verbeurdverklaren, een tijdelijke of definitieve sluiting van een inrichting bevelen, de veroordeelde verplichten afvalstoffen te verwijderen, de afbraak van een inrichting bevelen of de veroordeelde verplichten de toestand in de oorspronkelijke staat te herstellen. In situaties met eerder beperkte geurhinder hebben strafrechters totnogtoe meermaals beslist om de zaak te seponeren. Het Milieuhandhavingsdecreet biedt hiervoor sinds haar inwerkingtreding een alternatief via de alternatieve bestuurlijke geldboete."
"NIEUWE GEMEENTEWET: Gemeenten hebben de bevoegdheid, op basis van artikels 119, 119bis en 135 §2 van de Nieuwe Gemeentewet, om gemeentelijke politieverordeningen in te stellen, voor zover er sprake is van openbare overlast. Overtredingen van deze verordeningen kunnen aanleiding geven tot een administratieve boete, die kan oplopen tot maximaal 250 euro. Verschillende gemeenten hebben in hun reglementen bepalingen opgenomen m.b.t. de beperking van geurhinder. Neem contact op met de milieuambtenaar van uw gemeente om te weten welke bepalingen precies zijn opgenomen in het gemeentelijke politiereglement."
Kennis is nog geen wijsheid, dit komt door de jaren.