#7 , 16 jan 2017 15:44
Artikel 663 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt dat, in de steden en voorsteden, eenieder zijn nabuur kan verplichten om bij te dragen tot het bouwen en herstellen van de afsluiting die dient tot scheiding van hun in die steden en voorsteden gelegen huizen, binnenplaatsen en tuinen;
Die bepaling legt evenwel niet op een op de scheidingslijn vooraf bestaande muur door de nabuur moet worden overgenomen als hij daar geen gebruik van maakt.
De niet gebruikende buur kan derhalve niet verplicht worden tot overname van de muur.
Het vermoeden van mandeligheid van art. 663 B.W. kan niet worden uitgebreid tot een muur die tot scheiding dient tussen een gebouw en een binnenplaats of tuin.(Hof van Cassatie 13 januari 2005)
Art. 653 B.W. stelt een vermoeden van mandeligheid in voor elke muur die tot scheiding dient tussen gebouwen, en dan tot aan het minst verheven dak, of nog wanneer hij tot scheiding dient tussen binnenplaatsen en tuinen;
Dit vermoeden wordt niet uitgebreid tot een muur die tot scheiding dient tussen een gebouw en een binnenplaats of tuin.
Art. 654. Een teken dat een scheidsmuur niet gemeen is, is aanwezig wanneer het bovenste van de muur aan de ene kant opstaande is en loodrecht op het voetstuk, en aan de andere kant schuin afloopt;
Eveneens, wanneer er zich slechts aan één zijde, hetzij een kap, hetzij stenen lijsten en karbelen bevinden, die daar bij het bouwen van de muur zijn geplaatst.
In die gevallen wordt de muur geacht uitsluitend toe te behoren aan de eigenaar aan wiens zijde de drop is of de stenen karbelen en lijsten zich bevinden.
Art. 656. Echter kan ieder medeëigenaar van een gemene muur zich bevrijden van de verplichting om bij te dragen tot het herstellen en het wederopbouwen, door zijn recht van medeëigendom te laten varen, mits de gemene muur geen gebouw steunt dat hem toebehoort.
Maw, op basis van Artikel 656 BW moet u helemaal niets bijdragen indien u geen eigendomsrechten wenst.