Na het plaatsen van nieuwe ventilatiemotoren op het dak van een appartementsgebouw ontstaat op de hoogste verdiepingen ernstige geluidsoverlast door de veel hogere snelheid van de luchtstroom in de verluchtingsschacht. Het lawaai komt uit de dampkap in de (open) keuken en is zelfs niet te harden in de aanpalende living.
Er wordt door de benadeelde eigenaars aan de installateur van de nieuwe motoren gevraagd of deze geluidshinder kan worden teruggebracht tot het oorspronkelijk niveau van voor de vernieuwing. Deze laat weten dat dat niet mogelijk is. Hij vermeldt daarbij de meest geschikte oplossing een klep is in de afvoer van de betrokken appartementen, waarmee de luchttoevoer en -afvoer tijdelijk kunnen worden afgesloten.
De eigenaars laten op eigen kosten zo'n klep plaatsen en willen die kosten daarvan uiteraard verhalen op de gemeenschap, aangezien de bron van de storing (de nieuwe motoren) een gemeenschappelijk deel is. De vraag wordt in de Raad van Mede-eigendom besproken en deze oordeelt dat de kosten niet kunnen vergoed worden door de gemeenschap, omdat de klep een 'privatief deel' is. De eigenaar gaat daar niet mee akkoord, want hij argumenteert dat hij geen enkele schuld heeft aan de toegenomen overlast.
Welke stappen kan de eigenaar ondernemen om toch zijn kosten vergoed te krijgen?