Sinds de nieuwe wet van 2 juni 2010 kan de algemene vergadering van de VME beslissen om deelverenigingen met rechtspersoonlijkheid op te richten, en dit onder bepaalde voorwaarden.
Artikel 577-3, laatste lid B.W. bepaalt dat de basisakte, ingeval de hoofdvereniging bestaat uit twintig kavels of meer,kan voorzien in de vorming van deelverenigingen per gebouw bij een groep van gebouwen of, ingeval in een gebouw een fysieke verdeling in duidelijk te onderscheiden onderdelen aanwezig is, per onderdeel van het gebouw. Deze deelverenigingen zijn enkel bevoegd voor de in de basisakte aangeduide particulier gemeenschappelijke delen met dien verstande dat de hoofdvereniging exclusief bevoegd blijft voor de algemeen gemeenschappelijke delen en de zaken die tot het gemeenschappelijk beheer van de mede-eigendom behoren.
Bij nalezing van de basisakte dient vastgesteld te worden dat het garagecomplex en de gronden niet worden beschouwd als aparte kavels, maar verbonden zijn aan een privatieve kavel.
Artikel 3 van het Algemeen Deel van de statuten bepaalt dat het aan een appartement, auto staanplaats en/of berging verbonden deel in de gemene zaken niet kan vervreemd worden noch met zakelijke rechten of inbeslagnemingen belast worden, dan wel samen met de privatieve delen, waarvan het de bijhorigheid uitmaakt. Enkel de algemene vergadering kan met een meerderheid van vier vijfde een beslissing nemen inhoudende een wijziging van bestemming van gemeenschappelijke onroerende delen die dan afzonderlijk zouden kunnen vervreemd worden.
De vraag die nu wordt gesteld (en waarvoor ondertussen BETWISTING IS ONTSTAAN in de VME ) is of de constructie van het gebouw uiteindelijk voldoet aan de nieuwe wet op de mede-eigendom en er dus deelverenigingen mét rechtspersoonlijkheid kunnen worden opgericht in vervanging van de nu feitelijk werkende deelverenigingen ZONDER rechtspersoonlijkheid? Deze mede-eigenaars baseren zich op een proces verbaal van minnelijke schikking dat in 2003 door de vrederechter werd uitgesproken en de mogelijkheid bood om een VME met 3 deelverenigingen op te richten met volledig gescheiden bevoegdheden.
Bijkomend ter informatie het betreft 10 + 5 appartementen (5 Blok A en 10 blok B) welke zich bevinden op een stuk grond en achter elkaar liggend uitmondend in een andere straat . Ze blijven echter verbonden via de inrij naar de ondergrondse garage die naast blok A doorloopt tot onder blok B.
In die garage heeft elke mede eigenaar (zowel van blok A als van blok B ) een auto staanplaats (geen box) en de 10 mede-eigenaars van blok B hebben hier eveneens een bergplaats.
De bergplaats met nutsvoorzieningen (water en elektriciteit dienstig voor de bv verlichting,, openen elektrische poort en het wassen van de auto is dienstig voor de hele groep van 15 mede-eigenaars van zowel blok A als van Blok B bevind zich eveneens in die ondergrondse garage.
De vraag is nu of deze garage als kavels zouden kunnen worden beschouwd? Want vermits de totaliteit van de appartementen slechts beschikt over 15 kavels, is het naar mijn mening onmogelijk om hiervoor deelverenigingen mét rechtspersoonlijkheid op te richten.
Is er iemand op dit forum die dit standpunt met kennis van zaken kan/wil beamen of ontkennen?
Op dit ogenblik zijn er 3 feitelijke deelverenigingen werkzaam voor BLOK A_ BLOK B en Blok C (= de garage) zoals in 2003 door de vrederechter werd beslist. Een wettelijke syndicus voor de overkoepelende VME is er niet aangesteld en deze situatie heeft al zeer veel moeilijkheden veroorzaakt. Waarvoor nu een definitieve oplossing moet worden gezocht.
Graag een reactie aub