Allen, bedankt voor jullie bijdrage. Ter verduidelijking van de situatie:
http://nl.tinypic.com/r/qqsd43/8" onclick="window.open(this.href);return false;
Wanneer we onze woning (1) kochten waren (2) en (4) nog niet verkaveld. (4) was de tuin van de woning op (3), (2) was tuin van DE buren). Tussen (1) en (3) heeft er dus altijd een stuk braakliggend grond gelegen, dat uitkwam op stukken (2) en (4) maar zeker niet duidelijk als mogelijk oprit waren aangeduid.
Nu is er op (4) recentelijk een woning gebouwd, en heeft deze nieuwe eigenaar een oprit aangelegd en deze volledig afgesloten met een hek. Daardoor is er opgemerkt dat de oprit naar (2) nu te smal is, en dat dit komt omdat bij de bouw van onze woning in 1968 de voortuin te breed is uitgebouwd.
Ik lees het volgende in 1 van de berichten:
"De tuinbouwsels die hij heeft opgericht op de "oprit" van de buur zijn tengevolge recht van natrekking eigendom van die buur geworden. Hij mag ze dus alleszins verwijderen. Advocaat moet de verdere details bestuderen; vermoedelijk kan het verwijderen van de tuinelementen (gemetselde muren, houten contructies, enz) gebeuren op kosten van TS.".
Waarom speelt hier 'recht van natrekking' mee, en dus niet de 'verkrijgende verjaring'? De termijn van 30 jaar is duidelijk verstreken, wat we ook kunnen bewijzen door enerzijds foto's en anderzijds getuigenissen van andere buren.
Wat voor ons de beste oplossing zou zijn, is natuurlijk dat onze buren de afbraak en heropbouw van de voortuin zelf zouden bekostigen zodat hun doorgang voldoende breed wordt. Maar, deze uitkomst zit er waarschijnlijk niet in voor ons vermoed ik..?