-
superjudge
Topic Starter - Berichten: 80
verkrijgende en/of/noch bevrijdende verjaring
hallo, samen met mijn zus erfde ik 39 jaar geleden de ouderlijke woonst en we zijn nu nog steeds samen eigenaar. mijn zus laat mij al al die tijd in het huis wonen zonder dat ik huur betaal, maar ik heb steeds alle kosten en lasten voor het hele huis (verzekeringen, kadastraal inkomen, onderhoud, ontelbare herstellingswerken) op mij genomen. kan mijn zus mij nu uit het huis zetten en het gerechtelijk laten verkopen? ze dreigt er mee om nadien (bij de verdeling van het geld van het huis) al die jaren "gratis" wonen in rekening te brengen. kan dat zomaar? kan ik verjaring inroepen? dank voor uw reactie.
- Jureca
- Juridisch actief: Ja
- Regio: België
Benieuwd naar jouw juridische opties? Jureca begeleidt jou aan de geschikte oplossing.
Klik hier om jouw situatie te beschrijven en we nemen binnen de 24 uur met jou contact op voor persoonlijke begeleiding
“Art.815.Niemand kan worden genoodzaakt in onverdeeldheid te blijven; en de verdeling kan te allen tijde worden gevorderd, niettegenstaande enige hiermee strijdige verbodsbepaling of overeenkomst...”(B.W.=Burgerlijk Wetboek).
Het huis is thans in onverdeeldheid tussen u en uw zus.Uw zus kan dus verdeling vorderen.Tenzij een van u beiden de andere ‘uikoopt’ zal dit desnoods leiden tot openbare verkoop.
U bewoont het huis ‘zonder recht of titel’ en aan die precaire toestand kan uw zus steeds een einde maken.
Bij de verdeling van het geld van het huis kan uw zus al die jaren "gratis" wonen in rekening brengen indien zij BEWIJST uw bewoning NIET-gratis was.
“Art.2262bis.1. Alle persoonlijke rechtsvorderingen verjaren door verloop van tien jaar...”(B.W.).De overgangsmaatregelen bij die bepaling verstrijken op 27 juli 2008.
Ga volledigheidshalve naar (geconsolideerde wetgeving) onder Belgisch Staatsblad in http://just.fgov.be .Klik in de balk achter ’Juridische aard’ op het omgekeerd driehoekje uiterst rechts en zoek daar de nodige WetBOEKEN.
Het huis is thans in onverdeeldheid tussen u en uw zus.Uw zus kan dus verdeling vorderen.Tenzij een van u beiden de andere ‘uikoopt’ zal dit desnoods leiden tot openbare verkoop.
U bewoont het huis ‘zonder recht of titel’ en aan die precaire toestand kan uw zus steeds een einde maken.
Bij de verdeling van het geld van het huis kan uw zus al die jaren "gratis" wonen in rekening brengen indien zij BEWIJST uw bewoning NIET-gratis was.
“Art.2262bis.1. Alle persoonlijke rechtsvorderingen verjaren door verloop van tien jaar...”(B.W.).De overgangsmaatregelen bij die bepaling verstrijken op 27 juli 2008.
Ga volledigheidshalve naar (geconsolideerde wetgeving) onder Belgisch Staatsblad in http://just.fgov.be .Klik in de balk achter ’Juridische aard’ op het omgekeerd driehoekje uiterst rechts en zoek daar de nodige WetBOEKEN.
-
Jonas Helaut
- Berichten: 42
Op het (zoals steeds) deskundig commentaar van j.demoor zou ik 2 kleine correcties willen aanbrengen:
1) superjudge bewoont m.i. niet zonder recht of titel de woning, doch wel degelijk o.b.v een rechtzekere titel, nl. mede-eigendom.
2) betreffende de gratis bewoning: ik zou mij hieromtrent niet veel zorgen over maken daar 1° er duidelijk een jarenlang stilzwijgend akkoord (tussen broer en zus) hieromtrent bestond en akkoorden (ook de mondelinge) strekken partijen nog steeds tot wet (art. 1134BW) en 2° mocht hieromtrent ooit een vordering worden ingesteld zou ik dit zelfs beschouwen als een zgn. natuurlijke verbintenis en zou de vordering (jarenlang gratis bewoning in rekening brengen) onontvankelijk zijn.
De procedure 815BW (uitonverdeeldheidtreding) is uiteraard wel onverkort van toepassing. Ik neem aan dat de band met uw zus niet meer van die aard is dat U haar een minnelijk aanbod kunt doen om haar deel onderhands uit te kopen?
1) superjudge bewoont m.i. niet zonder recht of titel de woning, doch wel degelijk o.b.v een rechtzekere titel, nl. mede-eigendom.
2) betreffende de gratis bewoning: ik zou mij hieromtrent niet veel zorgen over maken daar 1° er duidelijk een jarenlang stilzwijgend akkoord (tussen broer en zus) hieromtrent bestond en akkoorden (ook de mondelinge) strekken partijen nog steeds tot wet (art. 1134BW) en 2° mocht hieromtrent ooit een vordering worden ingesteld zou ik dit zelfs beschouwen als een zgn. natuurlijke verbintenis en zou de vordering (jarenlang gratis bewoning in rekening brengen) onontvankelijk zijn.
De procedure 815BW (uitonverdeeldheidtreding) is uiteraard wel onverkort van toepassing. Ik neem aan dat de band met uw zus niet meer van die aard is dat U haar een minnelijk aanbod kunt doen om haar deel onderhands uit te kopen?
-
superjudge
Topic Starter - Berichten: 80
mijn zus weigert elk bod, waardoor een gerechterlijke verdeling onafwendbaar lijkt. kan mijn zus mij uit het huis laten zetten vóór de openbare verkoop? of wie bepaalt de termijn waarin ik het huis moet verlaten nà de verkoop?
achter het huis (in woongebied met landelijk karakter) is ook een weide (in agrarisch gebied) die deel uitmaakt van het ouderlijke erf en die verpacht is. eindigt die pacht door de gebeurlijke openbare verkoop? heeft de pachter recht van voorkoop (huis en weide samen zijn één kadastraal perceel)?
aan de basis van de ruzie met mijn zus ligt haar woordbreuk over een perceel met een leegstaand gebouw dat ook deel uitmaakte van de ouderlijke nalatenschap. 15 jaar geleden kocht ik haar deel van dat perceel af, echter zonder geschrift of notariële akte. nadien verbouwde en vergrootte ik het gebouw. zijn de verbouwing en vergroting nu automatisch ook eigendom van mijn zus als ik niet kan bewijzen dat ze mij haar deel van het perceel reeds verkocht heeft?
nu zij het spel hard speelt, wil ik nog uitsluitend "mijn helft" van de kosten mbt het kadastraal inkomen voor dat perceel betalen. het aanslagformulier komt bij mij toe, maar ik weet dat ik kan aanvragen om beide een aanslagformulier te krijgen om zo elk de helft te betalen. ik vrees echter dat als ik dit zou doen, dit als een "bewijs" aanzien zou kunnen worden dat mijn zus haar deel van het perceel inderdaad niet aan mij verkocht heeft (zoals zij valselijk beweert). is mijn vrees terecht?
achter het huis (in woongebied met landelijk karakter) is ook een weide (in agrarisch gebied) die deel uitmaakt van het ouderlijke erf en die verpacht is. eindigt die pacht door de gebeurlijke openbare verkoop? heeft de pachter recht van voorkoop (huis en weide samen zijn één kadastraal perceel)?
aan de basis van de ruzie met mijn zus ligt haar woordbreuk over een perceel met een leegstaand gebouw dat ook deel uitmaakte van de ouderlijke nalatenschap. 15 jaar geleden kocht ik haar deel van dat perceel af, echter zonder geschrift of notariële akte. nadien verbouwde en vergrootte ik het gebouw. zijn de verbouwing en vergroting nu automatisch ook eigendom van mijn zus als ik niet kan bewijzen dat ze mij haar deel van het perceel reeds verkocht heeft?
nu zij het spel hard speelt, wil ik nog uitsluitend "mijn helft" van de kosten mbt het kadastraal inkomen voor dat perceel betalen. het aanslagformulier komt bij mij toe, maar ik weet dat ik kan aanvragen om beide een aanslagformulier te krijgen om zo elk de helft te betalen. ik vrees echter dat als ik dit zou doen, dit als een "bewijs" aanzien zou kunnen worden dat mijn zus haar deel van het perceel inderdaad niet aan mij verkocht heeft (zoals zij valselijk beweert). is mijn vrees terecht?
-
Jonas Helaut
- Berichten: 42
Een lang verhaal blijkbaar 
1) Het eigendomsrecht (en dus ook het genot = recht van bewoning) gaan in principe over vanaf de wilsovereenstemming, doch in veel gevallen wordt er een uitgestelde eigendomsoverdracht bedongen. Bij openbare verkopen gelden uiteraard de verkoopsvoorwaarden. Bevraag u hieromtrent bij uw notaris
2) de pachter heeft uitsluitend een wettelijk voorkooprecht op het door hem gepachte perceel
3) overdrachten van onroerende zakelijke rechten (zoals de verkoop van een perceel) die niet werden overgeschreven, zijn niet tegenstelbaar aan derden. Enkel notariële akten kunnen worden overgeschreven. Concreet: de fiscus (=derde) hoeft zich niks aan te trekken van uw situatie (bij gebreke aan overgeschreven akte). Tussen de partijen echter geldt de overeenkomst onverkort, doch ik vrees dat indien er zelfs niet eens een geschrift bestaat (betreffende de aankoop van een grond?) u moeilijk dit bewijs zal kunnen leveren. Ik vrees dus dat u 2x zal moeten betalen.
4) alles wat u heeft gebouwd of verbouwd op anderrmans grond is exclusieve eigendom van de grondeigenaar (= recht van natrekking)
1) Het eigendomsrecht (en dus ook het genot = recht van bewoning) gaan in principe over vanaf de wilsovereenstemming, doch in veel gevallen wordt er een uitgestelde eigendomsoverdracht bedongen. Bij openbare verkopen gelden uiteraard de verkoopsvoorwaarden. Bevraag u hieromtrent bij uw notaris
2) de pachter heeft uitsluitend een wettelijk voorkooprecht op het door hem gepachte perceel
3) overdrachten van onroerende zakelijke rechten (zoals de verkoop van een perceel) die niet werden overgeschreven, zijn niet tegenstelbaar aan derden. Enkel notariële akten kunnen worden overgeschreven. Concreet: de fiscus (=derde) hoeft zich niks aan te trekken van uw situatie (bij gebreke aan overgeschreven akte). Tussen de partijen echter geldt de overeenkomst onverkort, doch ik vrees dat indien er zelfs niet eens een geschrift bestaat (betreffende de aankoop van een grond?) u moeilijk dit bewijs zal kunnen leveren. Ik vrees dus dat u 2x zal moeten betalen.
4) alles wat u heeft gebouwd of verbouwd op anderrmans grond is exclusieve eigendom van de grondeigenaar (= recht van natrekking)
-
superjudge
Topic Starter - Berichten: 80
idd, helaas een lang verhaal. dank voor uw reactie.
bij 1) bedoel ik eigenlijk of mijn zus mij uit het huis kan laten zetten vòòr de gerechtelijke openbare verkoop (die pas na een aantal jaar procederen zal bevolen worden).
bij 2) vraag ik mij af of de pachter recht van voorkoop heeft voor de weide, omdat de weide en het huis één kadastraal perceel vormen. indien ja, dan moet de rechter het perceel splitsen om te kunnen verkopen, neem ik aan.
bij 3) bestaat er wel een geschrift (over mijn aankoop) dat mijn zus ondertekend heeft, maar echter helaas onduidelijk opgesteld. toch zal ik dit geschrift aanvoeren als bewijs in een eventuele procedure over de verdeling van de erfenis van onze ouders. aangezien de kans groot is dat de rechter zal oordelen dat het perceel met leegstaand gebouw nog steeds van mijn zus en mij is, heb ik geen zin meer om intussen de kosten mbt het kadastraal inkomen volledig alleen te blijven betalen. maar ik vraag mij af of mijn eventuele vraag aan de fiscus om mijn zus te laten mee betalen, door mijn zus kan aangevoerd worden als bewijs dat zij idd nog mede-eigenaar is.
4) blijft het recht van natrekking gelden als ik met facturen kan bewijzen dat ik de gebouwen bekostigd heb? kan ik deze bedragen bij de verdeling van de opbrengst van een gebeurlijke gerechtelijke verkoop niet vooraf terugvorderen?
bij 1) bedoel ik eigenlijk of mijn zus mij uit het huis kan laten zetten vòòr de gerechtelijke openbare verkoop (die pas na een aantal jaar procederen zal bevolen worden).
bij 2) vraag ik mij af of de pachter recht van voorkoop heeft voor de weide, omdat de weide en het huis één kadastraal perceel vormen. indien ja, dan moet de rechter het perceel splitsen om te kunnen verkopen, neem ik aan.
bij 3) bestaat er wel een geschrift (over mijn aankoop) dat mijn zus ondertekend heeft, maar echter helaas onduidelijk opgesteld. toch zal ik dit geschrift aanvoeren als bewijs in een eventuele procedure over de verdeling van de erfenis van onze ouders. aangezien de kans groot is dat de rechter zal oordelen dat het perceel met leegstaand gebouw nog steeds van mijn zus en mij is, heb ik geen zin meer om intussen de kosten mbt het kadastraal inkomen volledig alleen te blijven betalen. maar ik vraag mij af of mijn eventuele vraag aan de fiscus om mijn zus te laten mee betalen, door mijn zus kan aangevoerd worden als bewijs dat zij idd nog mede-eigenaar is.
4) blijft het recht van natrekking gelden als ik met facturen kan bewijzen dat ik de gebouwen bekostigd heb? kan ik deze bedragen bij de verdeling van de opbrengst van een gebeurlijke gerechtelijke verkoop niet vooraf terugvorderen?