Na aanleg van een gescheiden riolering in onze straat werd de straat opnieuw aangelegd. Na de werken blijkt dat de as van de straat opgeschoven is en dat het maaiveld een stuk hoger ligt dan het oorspronkelijk maaiveld. Hierdoor liggen de opritten van sommige huizen, en zelfs een huis, nu lager dan het nieuwe fietspad. Tussen het fietspad en de perceelgrens ligt nog een stuk grond dat eigendom is van de gemeente. Het voorstel van de gemeente is nu om het hoogteverschil weg te werken door op hun stuk klinkers te leggen en zo dicht mogelijk tegen onze perceelgrens een afvoergoot te installeren om het regenwater komende van onze oprit en hun grond af te voeren. Als eigenaar zijn we hier niet mee akkoord en zien we liever onze oprit terug netjes aansluiten op het fietspad. Wat zijn onze rechten hieromtrent ? Doet de gemeente met haar stuk grond wat ze willen, zoals ze nu beweren, en moeten wij als eigenaars akkoord gaan met hun voorstel ? Of moet de gemeente alles opieuw aanleggen zoals het was voor aanvang van de werken ? Als we uitleg vragen op de gemeente krijgen we enkel het antwoord dat ze gaan werken met de afvoergoot en dat we ons voor verder uitleg moeten wenden tot de werfleider. Deze stuurt ons echter terug naar de gemeente aangezien het grond van de gemeente is.
Mails voor verder uitleg en informatie naar de schepen van openbare werken, de werfleider, de projectmanager, de ombudsdienst van de firma, de contactpersoon op de gemeente en zelfs de burgemeester ten dage van 12 sep '14 blijven tot op heden onbeantwoord. Alle hulp is welkom.