Niet in alle gevallen is een authentieke akte noodzakelijk. Verschilt van geval tot geval.
Ik meen te begrijpen dat een advocaat de nodige aanpassingen heeft gedaan maar dat geen authentieke akte nodig was in jullie geval?
De
verplichte aanpassingen worden
voorgelegd aan de AV door de syndicus, op zijn verantwoordelijkheid ongeacht wie ze opgesteld heeft.
Dit wil in concreto zeggen, dat het voorstel
ten laatste bij de verzending van de uitnodiging voor de AV schriftelijk overgemaakt wordt aan de AV. Dat voorstel dient de integrale tekst van de statuten te bevatten (basisakte, reglement van mede-eigendom en het reglement van orde zo het bestaat).
Er is geen authentieke akte vereist zo:
- Het voorstel werd voorgelegd aan de AV voor 01.09.2014
- Geen bijkomende wijzigingen werden aangebracht aan het reglement van mede-eigendom dan deze vereist door de wet van 2010
Vb.: Integratie in de statuten van een beslissing van een AV van 2005 = authentieke akte
Vb.: naamswijziging in toepassing van de wet van 1995 = authentieke akte
Over de aanpassingen moet niet gestemd worden, het is immers de toepassing van de nieuwe wet op de mede-eigendom die in de statuten moet worden geïncorporeerd. Daarover valt niet te onderhandelen.
De aanpassingen moeten wel besproken (= deliberatie) en gestemd worden door de AV. De wet van 2010 geeft die delegatie niet aan de syndicus, omdat het aan de AV is om de werkingsregels van de VME vast te leggen, weliswaar op initiatief van de conventionele syndicus. Een syndicus, aangesteld door de rechter, heeft die bevoegdheid niet.
Er is een parlementaire vraag van Carina VAN CAUTER dd. 03.06.2013 aan de Minister van Justitie, met antwoord op 26.07.2013. die duidelijk aangeeft waarover het gaat. Zie blz. 193/194 van dit document:
http://www.dekamer.be/QRVA/pdf/53/53K0123.pdf, waarvan hierna het
volledige antwoord van de bevoegde Minister (markeringen in het vet, ... door mij).
1. Artikel 577-4, § 1, lid 1, Burgerlijk Wetboek (hierna BW) bepaalt dat iedere wijziging aan de basisakte en het reglement van mede-eigendom (die de statuten van de mede-eigendom vormen) het voorwerp moeten uitmaken van een authentieke akte. Het bijzondere van artikel 19, §2, van de wet van 2 juni 2010 is dat het de syndicus toelaat om het reglement van mede-eigendom aan te passen via onderhandse akte, voor zover op de Algemene Vergadering op hetzelfde ogenblik of op een later tijdstip geen wijzigingen worden aangebracht aan de basisakte. Dit principe vormt aldus een uitzondering op het algemene regime van artikel 577-4,§ 1,BW.
De regel van artikel 19, § 2, geldt wel enkel in het kader van het coördineren van de statuten, dit is het aanpassen aan de nieuwe artikelen 577-3 tot en met 577-14 BW. Dit wil zeggen dat als er andere aanpassingen worden doorgevoerd aan het reglement van mede-eigendom die niet voortvloeien uit de wet, men de algemene regel van artikel 577-4, § 1, BW zal moeten toepassen, dit is de wijziging aan het reglement van mede-eigendom dient te gebeuren via authentieke akte.
2. In artikel 19, § 2, van de wet van 2 juni 2010 is duidelijk geformuleerd wat de syndicus behoort te doen: hij is verplicht om een aangepaste versie van de bestaande basisakte, het reglement van mede-eigendom en het huishoudelijk reglement voor te leggen aan de Algemene Vergadering.
Het sleutelwoord is hier 'aanpassen'. Het betekent het doorvoeren van veranderingen; bij statuten gaat het dan ook om het schrappen van bepaalde regels en het in de plaats stellen van nieuwe regels. 'Aanpassen' is dus iets anders dan louter 'bijvoegen'. Het volstaat bijgevolg niet om een kopie van de wet van 2 juni 2010 als bijlage te voegen bij de bestaande statuten.
Het is o.a. voor het “in plaats stellen van nieuwe regels” dat de expliciete toestemming van de AV noodzakelijk is.