#6 , 14 jun 2014 12:05
In het meest recente nummer van Tijdschrift voor Agrarisch Recht staat een artikel "Erfdienstbaarheden van overgang of uitweg: een struikelpad?"
Hierin staat:
Een recht van overgang is een conventioneel recht om over andermans perceel te
rijden of te gaan, binnen de grenzen van de conventionele titel. De wil tot vestiging
van een erfdienstbaarheid wordt vastgesteld bij overeenkomst waarin desgevallend
ook de bedding en de modaliteiten worden geregeld. Deze erfdienstbaarheid
vereist geen insluiting van het heersend erf en kan blijven bestaan zelfs als er
van insluiting geen sprake meer is.
Het recht van uitweg is daarentegen een erfdienstbaarheid die wettelijk is verankerd.
Een uitweg kan voor de (vrede)rechter worden gevorderd door de eigenaar
of gebruiker wiens perceel ingesloten is bij gebrek aan (voldoende) toegang tot de
openbare weg, dit voor het normale gebruik van zijn eigendom overeenkomstig
de bestemming. Een uitweg komt niet van rechtswege tot stand en bestaat slechts
vanaf de rechterlijke uitspraak.
Hoewel beide begrippen in de volksmond vaak door elkaar worden gehaald, verdient
het aanbeveling om de termen ‘recht van overgang’ en ‘recht van uitweg’ in
hun correcte juridische betekenis te gebruiken, gelet op de belangrijke verschilpunten
tussen beide.