Als Rekeningcommissaris wordt ik gedwarsboomd door de syndicus (en zijn advocaat).
Gelet op:
Art. 577-5 § 3 BW. "De vereniging van mede-ëigenaars kan geen ander vermogen hebben dan de roerende goederen nodig voor de verwezenlijking van haar doel, dat uitsluitend bestaat in het behoud en het beheer van het gebouw of de groep van gebouwen."
heb ik mij verzet tegen het plaatsen van herstellingskosten onder de vorm van activa op de balans van de VME. Herstellingen aan het gebouw zijn geen roerende goederen omdat ze onroerend worden door bestemming en bovendien eigendom van de mede-eigenaars worden ingevolge het recht van natrekking.
Hun stelling is:
"Kosten aan de gemene delen van het gebouw kunnen als een investering worden beschouwd en moeten op de balans komen en jaarlijks te worden afgeschreven."
M.i. is dit bullshit in het kwadraat. Een VME kan immers ingevolge bovenstaand artikel enkel roerende goederen bezitten die dienstig zijn voor het onderhoud van het gebouw, zoals bv. een grasmachine, een veegmachine, enz.
Ook de Commissie voor de Boekhoudkundige Normen geeft in haar adviesnota over deze materie exact mijn standpunt weer. Maar syndicus en zijn advocaat beweren dat een vrederechter daar geen rekening zal houden.
Vraag: Is mijn mening de juiste. Hoe nu handelen met syndicus en advocaat?
De AV heeft me herverkozen voor één jaar, maar in deze omstandigheden kan ik niet maar met deze mensen samenwerken.
Kan ik als Rekeningcommissaris ergens terecht voor "uitsluitsel" over dit onderwerp? Ik ben het cowboygedrag grondig beu.