1. Een syndicus is een mandataris en dient onpartijdig te handelen zonder enige zweem van vermoeden van partijdigheid. Hij heeft geen mandaat gekregen van de VME om op kosten van de VME zijn eigen belangen te verdedigen. Hij dient enkel te handelen in het belang van zijn client en
moet daarom soms te handelen tegen zijn eigen belangen in.
Art. 1984 BW. Lastgeving of volmacht is een handeling, waarbij een persoon aan een ander de macht geeft om iets voor de lastgever en in zijn naam te doen.
Het contract komt slechts tot stand door de aanneming van de lasthebber.
2. Uw syndicus heeft advies gevraagd aan de raadsman van de VME over de reikwijdte van bepaalde bepalingen van het KB dd. 12.07.2012.
Art. 72 Plichtenleer BIV 2006 (nog niet aangepast aan de wet van 2010).
In het kader van zijn informatieopdracht zal de vastgoedmakelaar-beheerder ten gepaste tijde alle noodzakelijke adviezen en aanbevelingen formuleren aan zijn opdrachtgever.
Hij zal de opdrachtgever ten gepaste tijde informeren over de wettelijke en verordeningsbepalingen betreffende het goed en, in voorkomend geval, diens aandacht vestigen op de daaruit voortvloeiende maatregelen, rechten en verplichtingen, alsook op de risico’s die hij loopt bij het niet respecteren van deze voorschriften.
3. De raadsman van de VME dient te weten dat voor de interpretatie van dit KB enkel het CBN bevoegd is (Zie o.a.
http://www.cnc-cbn.be/nl/texts/advices en
http://www.cnc-cbn.be/contact ). Maar de raadsman van de VME maakt vermoedelijk misbruik van de volgende tekst: “De door de CBN goedgekeurde en gepubliceerde adviezen hebben geen bindende kracht”.
Het is correct dat enkel de vonnissen van bevoegde rechtbanken bindende kracht hebben, maar hij “vergeet” dat deze rechtbanken een gerechtelijke expert zullen aanstellen, die het advies zal vragen aan het CBN en ermee rekening moet houden in zijn verslag aan de rechter.
Als het advies van de advocaat geen melding maakt van het feit dat
enkel (dwz dus ook niet hij zelf) het CBN bevoegd is om adviezen te geven is zijn advies flagrant partijdig en enkel opgesteld in het belang van één van de mandatarissen van de VME (in casu de syndicus). De advocaat kan hierdoor vermoedelijk niet meer optreden als raadsman van de VME, omdat hij optreedt als raadsman van de syndicusfirma.
4. Een raadsman mag deontologisch namelijk geen advies uitbrengen, die de belangen van zijn cliënt schaden. In dit geval zou hij een advies moeten uitbrengen in het belang van de VME A die de belangen van de syndicusfirma B schaden. Daar hij manifest niet verwijst daar het
adviesmonopolie van CBN heeft hij enkel rekening gehouden met de belangen van B. Hij treedt dus in feite op als advocaat van B. gezien dit conflict van belangen tussen deze van A en B, dient hij zijn mandaat als raadsman van A neer te leggen. In de rand: zijn advies is niet gedekt door de strafrechtelijke immuniteit als advocaat.
5. Zo de boekhouding van de VME goedgekeurd wordt, met de gewraakte wijze van imputatie van de baten en lasten, loopt de VME het risico:
- Dat een mede-eigenaar deze boekhouding betwist bij de vrederechter, omdat manifest zijn belangen geschonden worden
- Dat de Vrederechter een bedrijfsrevisor zal aanstellen om de boekhouding te controleren, de nodig adviezen in te winnen en zo nodig de boekhouding te regulariseren,
- Dat zo blijkt dat de boekhouding vrijwillig incorrect wordt bijgehouden gezien deze nalatigheid de syndicus kan afzetten en vervangen door een gerechtelijke syndicus (Art. 577-8 §7 BW)
- Dat de schade veroorzaakt door de syndicus ten lastte valt van de VME, zo geen procedure gestart wordt tegen de syndicus om de al dan niet vrijwillig veroorzaakte schade te compenseren (Art. 1382 e.v. BW).