Ik zag dat ik nog niet terug geantwoord had. Dank voor de antwoorden. Ik heb de basisakte en reglement van mede-eigendom zelf aangepast conform de nieuwe wetgeving. Deze is door alle mede-eigenaars nagekeken en goedgekeurd op de jaarlijkse AV. De rekeningen voor werk- en reservekapitaal zijn gescheiden en wij hebben afspraken rond de opbouw van het reservekapitaal. Ook heb ik een begrotingsraming in de mate van het mogelijke voorgelegd aan de AV, in die zin dat ik gezocht heb naar de gemiddelde levensduur van delen van het gebouw om op die manier inzicht te geven in de onderhouds- en herstellingskosten voor bvb het dak, of de voegwerken, de oprit enz. Uiteraard gaat iedereen akkoord met het feit dat als de kosten noodzakelijk zijn, met een reservekapitaal dat dit niet dekt, iedere ME zal bijdragen volgens quotiteit.
Door het feit dat de opbouw van reservekapitaal niet verplicht is, blijft het onzeker of de noodzakelijke werken dan wel zullen kunnen uitgevoerd worden. Daarom vind ik het systeem in Nederland zeer goed en mede-eigenaars zijn daar verplicht om maandelijks bij te dragen tot dit fonds. Dit op basis van kostenramingen en levensduur. Op die manier is elke ME er zeker van dat het gebouw in stand gehouden wordt.
Elke ME maakt al naargelang van het aantal jaren dat hij er woont of verhuurt, gebruik van het gebouw, dat onderhevig is aan slijtage. Het is deze slijtage die bijeengespaard zou moeten worden.
Het probleem is dat de gecumuleerde en nog niet opgebruikte sommen die men in het reservefonds stopt eigendom blijven van de VME. In feite zou men die bij de "naakte" verkoopprijs moeten kunnen voegen of, anders uitgedrukt, in de verkoopprijs incorporeren.
Echter, op basis van een vgl van verkopen van gelijkaardige en gelijkwaardige appartementen, heb ik al meermaals vastgesteld dat , bij verkoop, deze "vergoeding" voor hetgeen in het reservefonds zit steeds "wishfull thinking" is. Dus verloren geld voor de verkoper.