Gemeenschappelijke afspanning vruchtgebruik

eva_t
Topic Starter
Berichten: 2

Gemeenschappelijke afspanning vruchtgebruik

#1 , 13 feb 2014 21:04

Beste Leden,

We zitten met een groot probleem.

Wij hebben schriftelijk toestemming gekregen van onze buur om een carport op te richten op de scheidingslijn.
Op dit moment staat er een betonplaten op de scheidingslijn waarvan (beton)platen gebarsten zijn door:
- De beplanting (zie klimop/haag) van onze buur
- Niveauverschil (grond) van onze buur.

Wij zijn de gebarsten betonplaten aan het vernieuwen (die op de scheidingslijn staan) om net daarnaast onze carport op te richten.

Onze buur geniet het vruchtgebruik van de grond. Er is een kind dat (deels) naakte eigendom is. (Verkregen door erfenis van de partner)

De gemeente heeft ons toestemming gegeven en we zijn begonnen met de werken.

In de eerste fase hebben we de betonplaten weg gehaald (om nadien nieuwe in te schuiven) en de
hoogst noodzakelijke beplanting weg gehaald om te scheef geduwde betonpalen (door de beplanting) terug recht te krijgen.

Nu gaat het kind niet akkoord met deze situatie. Wij worden aangeklaagd voor volgende zaken:

1) dat wij aanzienlijke en ontoelaatbare schade berokkenen aan de afspanning & hun prachtige klimop en haag (deze staat op minder dan 0,5m van de grens)
2) dat onze werken manifest strijdig zijn met de stedenbouwkundige wetgeving
3) dat ze geen toestemming gegeven hebben om aan de werken te beginnen (vervangen van de platen en het weghalen van een deel van de haag)
4) dat onze carport maar mag opgericht worden op min dan 1 meter (terwijl wij een vergunning gekregen hebben van de gemeente)
5) er wordt een eis tot vergoeding/herstellen

In eerste instantie wil ik benadrukken dat we tot een dialoog willen komen.

Hierbij heb ik nog volgende vragen:
- Kan een vruchtgebruiker een buur het recht geven om op de scheidingslijn iets te wijzigen
- Mag de beplanting van een haag op minder dan 0,5 m van de grens staan
- Indien door de werken de beplanting kapot is, zijn wij hiervoor dan verantwoordelijk?
- Wat is jullie visie?

Ik hoop dat jullie ons raad kunnen geven.

Groeten,
Eva

Jureca
Juridisch actief: Ja
Regio: België

Een juridische oplossing. Voor elk probleem, voor iedereen!

Benieuwd naar jouw juridische opties? Jureca begeleidt jou aan de geschikte oplossing. Klik hier om jouw situatie te beschrijven en we nemen binnen de 24 uur met jou contact op voor persoonlijke begeleiding
freelance
Berichten: 2615

#2 , 24 feb 2014 00:43

Het voorgelegde probleem zal onderworpen worden aan verschillende wetgevingen .

1/ Wetgeving op ruimtelijke ordening - oprichten van een losstaand bijgebouw op minder dan 3 meter van de perceelgrens .
2/ Wetgeving op eigendommen ( hetzij Burgerlijk wetboek , als Veldwetboek )
a/ afpaling van eigendom
b/ gemeenschappelijke muur
c/mede eigendom
d/ vruchtgebruik
e/ grens beplantingen en afpalingen .

Voor wat 1/ betreft : u hebt een "toestemming " van de gemeente . Bedoelt u daarmee een"Stedenbouwkundige Vergunning " ?
Zonder exact te weten wat u precies hebt verkregen van de gemeente , dient gezegd dat een vergunning wellicht zal onderworpen zijn aan bepaalde voorwaarden ( zoals het "aanplakken " van de vergunning ,leesbaar vanaf de openbare weg ) .

2/ WETGEVING EIGENDOMMEN .
BURGERLIJK WETBOEK. - BOEK II : Goederen en beperkingen van eigendom (art. 516-710bis).
AFDELING I. - GEMENE MUUR EN GEMENE GRACHT.

Art. 653. In de steden en op het platteland wordt iedere muur vermoed gemeen te zijn, wanneer hij tot scheiding dient tussen gebouwen, en dan tot aan het minst verheven dak, of nog wanneer hij tot scheiding dient tussen binnenplaatsen en tuinen, en zelfs tussen omheinde erven in de velden; een en ander indien er titel noch teken is van het tegendeel.
Art. 654. Een teken dat een scheidsmuur niet gemeen is, is aanwezig wanneer het bovenste van de muur aan de ene kant opstaande is en loodrecht op het voetstuk, en aan de andere kant schuin afloopt;
Eveneens, wanneer er zich slechts aan één zijde, hetzij een kap, hetzij stenen lijsten en karbelen bevinden, die daar bij het bouwen van de muur zijn geplaatst.
In die gevallen wordt de muur geacht uitsluitend toe te behoren aan de eigenaar aan wiens zijde de drop is of de stenen karbelen en lijsten zich bevinden.
Art. 655. Het herstellen en het wederopbouwen van de gemene muur komen ten laste van allen die op de muur recht hebben, en zulks naar evenredigheid van ieders recht.

HOOFDSTUK III. - MEDEEIGENDOM.
AFDELING I. - (GEWONE MEDEEIGENDOM EN GEDWONGEN MEDEEIGENDOM IN HET ALGEMEEN.)

§ 3. De medeëigenaar heeft deel in de rechten en draagt bij in de lasten van de eigendom naar verhouding van zijn aandeel.
§ 5. De medeëigenaar heeft recht op het gebruik en het genot van de gemeenschappelijke zaak, overeenkomstig haar bestemming en in zover zulks met het recht van zijn deelgenoten verenigbaar is.
Daden tot behoud van het goed en daden van voorlopig beheer kan hij wettig verrichten.

TITEL III. - VRUCHTGEBRUIK, GEBRUIK EN BEWONING.
Art. 578. Vruchtgebruik is het recht om van een zaak waarvan een ander de eigendom heeft, het genot te hebben, zoals de eigenaar zelf, maar onder verplichting om de zaak zelf in stand te houden.
AFDELING II. - VERPLICHTINGEN VAN DE VRUCHTGEBRUIKER.
Art. 605. De vruchtgebruiker is slechts verplicht de herstellingen tot onderhoud te doen.
De grove herstellingen blijven ten laste van de eigenaar, behalve indien zij veroorzaakt zijn door het verzuimen van herstellingen tot onderhoud sinds de aanvang van het vruchtgebruik; in welk geval de vruchtgebruiker ook daartoe verplicht is.

7 OKTOBER 1886. - Veldwetboek.
HOOFDSTUK 6. Grondbepaling en afpaling.

Art. 38. De in het Burgerlijk Wetboek bedoelde afpaling wordt op het terrein aangegeven op de wijze en met behulp van de uiterlijke tekens, tussen de betrokken partijen overeengekomen, en moet bovendien blijken uit een proces-verbaal en een plan, die in twee genummerde exemplaren door partijen ondertekend worden en in hun bezit blijven om hun tot titel te dienen.
(...) <W 08-04-1969, art. 1>
Art. 39. Ingeval de eigenaar van een goed dat grenst aan het goed van een eigenaar die de afpaling heeft gevraagd overeenkomstig artikel 38, weigert binnen de door de vrederechter gestelde termijn aan de afpalingsverrichtingen deel te nemen, kan de rechter een deskundige aanstellen, die bij de verrichtingen aanwezig zal zijn en in de plaats van de onwillige eigenaar het proces-verbaal zal ondertekenen.
Deze regel is mede van toepassing op de eisen tot afpaling van eigendommen die grenzen aan eigendommen van een gemeente, een provincie, de Staat of een openbare instelling.

HOOFDSTUK 5. (Afsluiting van eigendommen. Afstand voor beplantingen. Afbakening van landbouw en bosbouwzones.) <W 08-04-1969, art. 1>
Art. 35. Hoogstammige bomen mogen slechts op een door vast en erkend gebruik bepaalde afstand geplant worden; bij ontstentenis van zodanig gebruik mogen hoogstammige bomen slechts op twee meter, andere bomen en levende hagen slechts op een halve meter van de scheidingslijn tussen twee erven worden geplant.


OPMERKINGEN :
1/ Vooraleer dergelijke werken op te starten ( gemeenschappelijke muur ) ,dient men natuurlijk zeker te zijn dat het wel degelijk om een gemeenschappelijke muur gaat .
Wanneer dit niet het geval is , zie B.W. Art. 653 en Veldwetboek Art. 38 en 39 . ( tenzij men claimt de muur in eigen bezit te hebben ) .
2/ Bij een gemeenschappelijke muur zal uiteraard toestemming vereist zijn van beide aangelanden .
3/ Het beste zou geweest zijn de effectieve ( naakte) eigenaar(s) daarin te betrekken , doch :
Art. 578 B.W. stelt dat : " Vruchtgebruik is het recht om van een zaak waarvan een ander de eigendom heeft, het genot te hebben, zoals de eigenaar zelf, maar onder verplichting om de zaak zelf in stand te houden."
Daaruit volgt dat een vruchtgebruiker wel degelijk autonoom toestemming kan geven om bepaalde werken ( te laten ) uit te voeren door derden aan het eigendom ( en de gemeenschappelijke delen) .
4/ Vraag is hier dan wel , of buur toestemming gegeven heeft om werken uit te voeren aan de muur , of alleen maar toestemming om een carport op te richten op de scheidingslijn . Dit dient u zelf te verklaren .
5/ Als zou blijken OP VOORHAND ( of nadien met bewijzen ) dat de gebrekkige staat van de muur te wijten was aan de beplanting en / of het "kunstmatig aangelegde " niveau verschil , dan hebt u een punt van argumentatie ( maar niet noodzakelijkerwijs van toestemming ) .
6/ Normaal gezien speelt hier ook het financiële aspect , met de vraag of de buur al dan niet wil tussenkomen in de kosten , zonder een eventuele expliciete toestemming voor de werkzaamheden aan de muur . In geval u de kosten op u neemt , ontneemt u natuurlijk een belangrijke argumentatie aan de klager ( zijnde het kind ) .

Vooraleer verder advies te geven over de "aanklacht " , dient u nader te verduidelijken ( toestemming - financieel aspect ) .
Uw slot vragen kunnen als volgt beantwoord worden :
a/ vruchtgebruiker kan toestemming geven aan buur ( zoals boven uiteengezet ) .
b/ Veldwetboek Art. 35 gaat in eerste instantie over "afsluitingen " en in tweede instantie over beplantingsafstanden van ( hoogstammige bomen ) en "andere bomen en levende hagen " .
Dit artikel KAN gebruikt worden , om discussie aan te gaan over beplanting die op minder dan een halve meter van de scheidingslijn staat , zij het dat het voor interpretatie vatbaar is .
Wanneer namelijk reeds een scheiding aanwezig is ( muur ) kunnen de rechten van de aangelanden daarin verschillen , zeker als het gaat over beplanting die "niet als levende haag " kan omschreven worden . Ook een jarenlange stilzwijgende toestemming speelt hierin een rol . Men kan een jarenlang bestaande situatie niet van de ene op de andere dag betwisten , zonder gegronde redenen .
c/ De beplanting OP de muur die beschadigd of verwijderd is , is uiteraard onvermijdelijk . Men kan geen omelet bakken zonder eieren te breken .
Schade aan verderop staande beplanting is dan een feitenkwestie , die zo nodig door een deskundige moet beoordeeld worden ( rekening houdend met de ruimte die noodzakelijk is om de werken te kunnen uitvoeren ) .
Wat een wet interessant maakt ,
is wat er in die wet , niet in staat .

j.demoor
Berichten: 10360

#3 , 24 feb 2014 08:09

“Art.2.1. Een stedenbouwkundige vergunning is niet nodig voor de volgende handelingen :… 11° van het hoofdgebouw vrijstaande niet voor verblijf bestemde bijgebouwen, met inbegrip van carports, in de zijtuin tot op 3 meter van de perceelsgrenzen of in de achtertuin tot op 1 meter van de perceelsgrenzen. De vrijstaande bijgebouwen kunnen in de achtertuin ook op of tegen de perceelsgrens geplaatst worden als ze tegen een bestaande scheidingsmuur opgericht worden en als de bestaande scheidingsmuur niet gewijzigd wordt. De totale oppervlakte blijft beperkt tot maximaal 40 vierkante meter per goed, met inbegrip van alle bestaande vrijstaande bijgebouwen. De hoogte is beperkt tot 3 meter…”(16 JULI 2010. - Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van handelingen waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning nodig is).

‘dat onze carport maar mag opgericht worden op min dan 1 meter (terwijl wij een vergunning gekregen hebben van de gemeente)’

Indien die gemeentelijke (bouw)vergunning gegeven werd op grond van de schriftelijk toestemming gekregen van uw buur dan is die bouwvergunning aanvechtbaar.

“Art.653.In de steden en op het platteland wordt iedere muur vermoed gemeen te zijn, wanneer hij tot scheiding dient tussen gebouwen, en dan tot aan het minst verheven dak, of nog wanneer hij tot scheiding dient tussen binnenplaatsen en tuinen, en zelfs tussen omheinde erven in de velden; een en ander indien er titel noch teken is van het tegendeel.”(Burgerlijk Wetboek).

‘Wij hebben schriftelijk toestemming gekregen van onze buur om een carport op te richten op de scheidingslijn‘.

‘onze buur’ omvat alle mede-eigenaars van het aanpalend perceel,zowel blote eigenaars als vruchtgebruikers. De toestemming van alle mede-eigenaars om aan de gemene muur wijzigingen aan te brengen,zowel herstellingen als bijkomende constructies, is dus vereist.

“Art.35...en levende hagen slechts op een halve meter van de scheidingslijn tussen twee erven worden geplant.”(7 OKTOBER 1886. - Veldwetboek).

‘hun prachtige klimop en haag (deze staat op minder dan 0,5m van de grens)’

Tenzij die haag minstens 30 jaar op die afstand van de scheidingslijn staat ,staat ze er onwettig.
Ga naar Belgische wetgeving in JUSTEL-databanken van Belgisch Staatsblad. Klik voor WetBOEKEN achter ’Juridische aard’. Op afkondigingsdatum vindt u de overige akten. Inzake FEDERALE fiscale wetgeving zie http://www.fisconetplus.be/

Reclame

eva_t
Topic Starter
Berichten: 2

#4 , 24 feb 2014 22:28

Beste Heren,

Eerst en vooral wil ik jullie van harte danken voor jullie zeer interessante bijdrage !
We hebben inderdaad een Stedenbouwkundige Vergunning voor de werken en deze vergunning heeft meer als een maand uitgehangen.

De muur waarover ik spreek is inderdaad gemeen (gemeenschappelijke muur). Hiervan hebben wij een plan van de landmeter dat aangeeft dat de muur gemeen is.
We hebben mondeling toestemming gekregen van de buur (enkel de vruchtgebruiker) om aan de afspanning werken te mogen uitvoeren. Omdat door de werken
een stuk haag moest worden weggehaald door vergroeiing in de muur is deze problematiek ontstaan. Volstaan een mondelinge overeenkomst om te starten aan de werken?

In principe willen wij instaan voor de kosten voor het verbeteren van de afspanning/haag want we begrijpen ook dat iedereen een mooi uitzicht wil hebben.

Terug naar “Mede-eigendom & Nabuurschap”