#3 , 14 jan 2014 11:39
“Art.16.§ 1. De bepaling van de hoofdverblijfplaats is gebaseerd op een FEITELIJKE situatie, dat wil zeggen de vaststelling van een effectief verblijf in een gemeente gedurende het grootste deel van het jaar. Deze vaststelling gebeurt op basis van verschillende elementen, met name de plaats waarheen de betrokkene gaat NA zijn beroepsbezigheden, de plaats waar de kinderen naar school gaan, de arbeidsplaats, het energieverbruik en de telefoonkosten, het gewone verblijf van de echtgenoot of van andere leden van het huishouden.…”(16 JULI 1992. - Koninklijk besluit betreffende de bevolkingsregisters en het vreemdelingenregister).
Financiële voordelen/nadelen zijn geen element op basis waarvan deze vaststelling van het effectief verblijf gebeurt.
‘Een kind niet inwonend maar wel met domicilie bij de ouders’
“Art.7.De overtredingen van de voorgaande artikelen, van de besluiten tot uitvoering ervan en van de in artikel 5 bedoelde gemeentelijke verordeningen worden gestraft met een geldboete van zesentwintig tot vijfhonderd euro...”(19 JULI 1991. - Wet betreffende de bevolkingsregisters en de identiteitskaarten en tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen).
“Art.8.Het gemeentebestuur spoort de personen op die zonder aangifte te doen in de vorm en binnen de termijn die in artikel 7 voorgeschreven wordt, hun hoofdverblijfplaats in een andere gemeente van het Rijk of in het buitenland hebben gevestigd. Als het onmogelijk blijkt de nieuwe hoofdverblijfplaats op te sporen gelast het college van burgemeester en schepenen de afvoering van ambtswege uit de registers op basis van een verslag van het onderzoek van de ambtenaar van de burgerlijke stand, waarin hij vaststelt dat het onmogelijk is de nieuwe hoofdverblijfplaats te bepalen...De beslissingen tot afvoering van ambtswege bedoeld in het tweede en derde lid nemen aanvang op de datum van de beslissing van het college...”(16 JULI 1992. - Koninklijk besluit betreffende de bevolkingsregisters en het vreemdelingenregister).
Doe dus (aangetekend) en omstandig aangifte aan uw gemeentebestuur van het feit dat uw zoon niet meer bij u zijn hoofdverblijfplaats heeft .
‘Als concubinerenden hun respectieve roerende goederen hebben vermengd,is de schuldeiser van hen niet verplicht deze goederen te onderscheiden of af te scheiden,hetgeen onmogelijk is geworden tengevolge van de vermenging die de concubinerenden zelf hebben bewerkstelligd.De schuldeiser kan derhalve beslag leggen op de goederen die de concubinerenden aldus bezitten,tenzij de concubinerende die geen schuldenaar is,bewijst dat hij alleen eigenaar is van het geheel of een deel van de goederen‘(Cass. 10 juni 1976,Pas. 1976,I,1101,Arr.Cass. 1976,1135,R.W. 1976-77,601,T.Not. 1976,283,R.G.E.N. 1976,nr.22148).
‘De hoven en rechtbanken beschikken bij revendicatie van in beslag genomen meubelen over een zo ruim mogelijke beoordelingsbevoegdheid ter waardering van de bewijskracht van de documenten die hen worden voorgelegd. Het is aan de eiser om te bewijzen dat hij het huisraad van de gemeenschappelijke woning met eigen geld heeft betaald,zonder deelneming van de beslagene. Doet hij dit niet dan zijn de in beslag genomen voorwerpen onverdeelde goederen,die in beslag kunnen worden genomen,maar waarvan een gedwongen tegeldemaking slechts mogelijk is na de verdeling waartoe de meest gerede partij moet doen overgaan.'(Luik 10 november 1994,J.L.M.B. 1995,577).
Ga naar Belgische wetgeving in JUSTEL-databanken van Belgisch Staatsblad. Klik voor WetBOEKEN achter ’Juridische aard’. Op afkondigingsdatum vindt u de overige akten. Inzake FEDERALE fiscale wetgeving zie http://www.fisconetplus.be/