Situatieschets : een bestaand appartementsgebouw met rechts daarvan in inrit naar de achterliggende tuin en garages. De inrit is eigendom van het bestaand appartementsgebouw. Ook heeft een eigenaar van een specifiek appartement in het appartementsgebouw het genot van de achterliggende tuin, mits hij deze onderhoud. Hij heeft toegang tot deze tuin via de inrit .
Op de inrit rust een "eeuwigdurend recht van wegenis ", juist om naar de achterliggende tuin en garages te kunnen gaan/rijden .
Veronderstel dat naast deze inrit een nieuw appartementsgebouw opgericht wordt . Dient dit dan gebouwd te worden naast deze inrit , met vrijhouding van deze inrit en de ganse hoogte . Mag de nieuwbouwer tegen het bestaand appartement bouwen, met openlating van deze oprit, en bijvoorbeeld vanaf verdieping één en verder tegen het bestaand appartementsgebouw bouwen, door eigenlijk de ruimte boven de inrit ' die niet zijn eigendom is " te gebruiken ?
Mij lijkt zoiets onlogisch, of hij moet de VME van het bestaand appartementsgebouw overtuigen om deze grond van de inrit te verkopen, om alzo de inrit wel vrij te houden ( wegens eeuwigdurend recht van wegenis), maar om de ruimte boven deze inrit te kunnen bebouwen en aan te leunen bij het bestaand appartementsgebouw .
Wat te denken hierover ?
Graag info. En bedankt reeds bij voorbaat .