Tot 1994 waren kosten VME wettelijk uitsluitend te verdelen volgens de quotiteiten.
Sinds 1994 kwam naast quotiteiten ook de mogelijkheid nut en de combinatie quotiteiten/nut. Paritaire verdeling in gelijke delen is en was nooit wettelijk toegelaten (dwingend recht).
Sinds 2012 moet zodra van quotiteiten wordt afgeweken de keuze gemotiveerd worden.
Sommigen verdedigen ten onrechte paritaire verdeling in gelijke delen, op het feit dat een kost eenzelfde nut heeft voor iedereen ( verven, plaatsen van een kunstwerk, aanleg speeltuintje en hier de waterverzachter). Zo zou men kunnen toevoegen: garagepoort, onderhoud , reiniging, ereloon syndic enz.
Het nut van dit alles is voor iedere eigenaar even groot, immers het nut ervan hangt niet af van de grootte en de ligging van iemands privatief.
Onduidelijkheid over de totale onwettigheid van verdeling in gelijke delen zorgt voor herhaaldelijke wrijving onder mede-eigenaars, het hemd is immers nader dan de rok.
Verdeling volgens het nut kan uitsluitend aangewend worden als de basisakte of de stemming in de AV oordeelt dat bepaalde kosten niet eenzelfde nut hebben voor iedereen.
In die situatie bepaalt de basisakte of de AV van de VME ieders individueel nut en worden de kosten er evenredig naar verdeeld.
Onduidelijkheid hierover is echt contra productief!
Artikel 78 van de plichtenleer van de syndicus (BIV) legt deze op de wettelijke regels te volgen. Nochtans blijkt de verdeling in gelijke delen in Vlaanderen verre van uitgestorven.
Begrijpe wie kan.