Situatie : woning in onverdeeldheid (50 / 25 / 25) met vruchtgebruik voor de hoofdeigenaar (50% eigenaar)
De hoofdeigenaar beslist om de woning te verkopen.
Woning werd geschat, geschatte prijs werd als vraagprijs ingesteld.
Er is geen of amper interesse.
Na gemeenschappelijk overleg (nou ja) wordt beslist om de vraagprijs met 25.000 euro te laten zakken
Er komt een bod van nog eens 20.000 euro minder.
50 / 25 vinden dit te weinig
de derde mede-eigenaar (ikzelf) vindt het OK, gezien er weer amper interesse is. (ik wou in eerste instantie de vraagprijs niet laten zakken, maar heb dan maar toegegeven).
De verkoop gaat niet door vermits de twee anderen het bod te laag vonden.
Nu (één maand later) willen de beide anderen (50 / 25) de vraagprijs wéér laten zakken met 20.000 euro. Nu is de vraagprijs dus gelijk aan het vorige bod dat ze beiden hadden afgewezen. Met zekerheid kan men nu dus veronderstellen dat een volgend mogelijk tegenbod dus minder zal zijn dan het éne afgeketste bod.
Vraag 1 : Op welke manier kan ik hiertegen reageren?
Vraag 2 : hoe wordt bepaald dat de verkoopprijs volgens de fiscus te laag is? En wie wordt daarvoor verantwoordelijk geacht?