#2 , 27 feb 2013 18:09
Art. 19, §2 van de wet van 2 juni 2010 is klaar en duidelijk: "De syndicus bedoeld in artikel 577-4, § 1, derde lid, 4° van hetzelfde Wetboek legt binnen zesendertig maanden na de inwerkingtreding van deze wet een aan de artikelen 577-3 tot 577-14 van hetzelfde Wetboek aangepaste versie van de bestaande basisakte, het reglement van mede-eigendom en het huishoudelijk reglement ter goedkeuring voor aan de algemene vergadering."
De algemene vergadering kan niet beslissen om de coördinatie niet uit te voeren.
Daaronder valt niet het louter bijvoegen van de nieuwe wet en ook niet het louter opnemen van art. 577-14 BW. Aanpassen volgens de Van Dale is: "met iets in overeenstemming brengen". Door die 2 zaken toe te voegen, brengt men de statuten niet in overeenstemming met de wet.
Alle statuten van voor 1995 (de eerste grote wijziging) moeten nog meer aanpassingen maken aan het reglement van mede-eigendom dan andere. Bovendien moeten de taken van de commissaris opgenomen worden in het reglement van mede-eigendom. Hetzelfde geldt voor:
- de wijze van benoeming van een syndicus, de omvang van zijn bevoegdheden, de duur van zijn mandaat en de nadere regels voor de hernieuwing ervan, de nadere regels voor de eventuele opzegging van zijn contract, alsook de uit het einde van zijn opdracht voortvloeiende verplichtingen;
- de jaarlijkse periode van vijftien dagen waarbinnen de gewone algemene vergadering van de vereniging van mede-eigenaars plaatsvindt;
- alle meerderheden die worden vermeld en die afwijken van de wet moeten eruit (dat geeft enkel aanleiding tot nutteloze discussies);
- aanvulling van het reglement van mede-eigendom met betrekking tot de 'openbaarheid' van niet-privatieve documenten;
- ...
Geen statuten van voor september 2010 kunnen die bepaling bevatten en moeten dus aangepast worden.
Die hoge kosten zijn relatief. Klaar en duidelijke statuten leiden tot minder betwistingen. Als dat niet gebeurt, is het kinderspel om betwistingen uit te lokken want niet iedereen is juridisch geschoold waardoor sommige zouden kunnen denken dat hun statuten boven de wet staan.