#13 , 02 sep 2012 09:34
In het initieel wetsvoorstel werd het art. 577-6, §6 BW aangevuld als volgt: "De onthoudingen versterken de meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Bij staking van stemmen worden de onthoudingen meegeteld als ja-stemmen.
(Wetsvoorstel teneinde de werking van de mede-eigendom te moderniseren en transparanter te maken. Parl.St. Kamer 2007-08, nr. 52K1334/001, 32.)
Hierop kwamen de volgende opmerkingen tijdens de hoorzittingen:
- door de heer Olivier Jauniaux, advocaat en assistent aan de rechtsfaculteit van de Université catholique de Louvain (UCL):
"In het wetsvoorstel DOC 52 1334/001 wordt voorgesteld artikel 577-6, § 6, van het Burgerlijk Wetboek aan te vullen met een tweede lid, luidende: “De onthoudingen versterken de meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Bij staking van stemmen worden de onthoudingen meegeteld als ja-stemmen.”.
De spreker kan zich niet in die suggestie terugvinden, en verwijst in dat verband naar het standpunt dat hij heeft uiteengezet in een in het Journal des Tribunaux verschenen artikel (cf. O. JAUNIAUX, “Le sort des abstentions lors des assemblées générales de copropriété”, J.T., 2005, blz. 513 en volgende).
In de rechtsleer (tenminste toch in de Franstalige) wordt hoofdzakelijk de opvatting gehuldigd dat als een de uitgebrachte onthoudingen zouden moeten worden meegeteld met de nee-stemmen. In voormeld artikel uitte de spreker daarop kritiek, en hij stelde met klem: “l’abstentionniste à un vote ne fait rien d’autre qu’exprimer son indécision ou son indifférence par rapport à la résolution soumise à l’assemblée générale; il sait, en outre, que s’il avait eu l’intention de s’opposer à la résolution, il lui était parfaitement loisible d’exprimer
un vote négatif”. De heer Jauniaux verwijst naar de algemene defi nitie van het begrip “onthouding” zoals die vermeld staat in het woordenboek Petit Larousse, alsmede naar de reglementen van de wetgevende assemblees en naar de werkwijzen die bij de handelsvennootschappen worden gehanteerd. De spreker achtte, aldus nog voormeld artikel, het volgende noozakelijk: “concilier acception courante et pratique à l’occasion d’un vote en assemblée générale de copropriété” en, bijgevolg ook: “faire purement et simplement abstraction des abstentions lors des calculs des majorités requises”. Indien, zoals in het wetsvoorstel het geval is, erin wordt voorzien dat “de onthoudingen de meerderheid van de uitgebrachte stemmen (versterken)”, komt zulks er noodzakelijkerwijs op neer dat aan die stemmen een draagwijdte en gevolgen worden verleend die niet sporen met het instinctieve aanvoelen van een rechtsonderhorige die zich bij een stemming onthoudt. Het ware eenvoudiger het volgende in uitzicht te stellen: “De onthoudingen worden niet als uitgebrachte stemmen beschouwd.” (zie het voorstel van wet tot wijziging en aanvulling van de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek betreffende de medeëigendom – Stuk Senaat, Gewone Zitting, 1994-1995, nr. 1-154/1).
(Verslag over het wetsvoorstel teneinde de werking van de mede-eigendom te moderniseren en transparanter te maken, het wetsvoorstel tot wijziging van een aantal bepalingen van het Burgerlijk Wetboek betreffende mede-eigendom, het wetsvoorstel tot wijziging van de artikelen 577-8 en 577-11 van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot de taken van de syndicus, het wetsvoorstel tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek voor wat betreft de mede-eigendom en het wetsvoorstel teneinde de werking van de mede-eigendom te moderniseren en transparanter te maken, Parl.St. Kamer 2007-08, nr. 52K1334/011, 21 (hierna verkort 'Verslag').
- door de heer V. Sagaert, professor KUL (CDB):
"Deze bepaling strekt ertoe om de rechtsonzekerheid die bestaat met betrekking tot het bestaan van een volstrekte of gekwalificeerde meerderheid vast te stellen. Ze beoogt om de onthoudingen bij de meerderheid van de uitgebrachte stemmen te tellen. Bij staking der stemmen zou een onthouding als ja-stem gelden. Hoewel ze de rechtszekerheid verhoogt, miskent deze bepaling volgens de spreker:
(1) het neutrale karakter van een onthouding; en
(2) het principe dat bij staking der stemmen het voorstel niet is goedgekeurd, en dus is verworpen.
De heer Sagaert doet daarom het volgende tekstvoorstel:
“Onthoudingen worden niet meegeteld voor de berekening of de vereiste meerderheid van uitgebrachte stemmen is bereikt.”.
Daarop zijn dan inderdaad o.a. die twee amendementen geweest. Beide zijn aanvaard geworden. Het verslag stelt het als volgt: "Amendement nr. 20 ( DOC 52 1334/004) van de heer Olivier Hamal (MR) gaat in op een probleem dat door verschillende sprekers tijdens de hoorzittingen werd opgeworpen. Voor de indieners van het wetsvoorstel is het van belang dat de wet bepaalt wat er met de onthoudingen gebeurt om een einde te maken aan de rechtsonzekerheid die daarover bestaat."
(Verslag, 21.)
De uiteindelijke tekst is de volgende geworden: "Voor de berekening van de vereiste meerderheid worden de onthoudingen niet beschouwd als uitgebrachte stemmen."
(Wetsvoorstel teneinde de werking van de mede-eigendom te moderniseren en transparanter te maken. Parl.St. Kamer 2007-08, nr. 52K1334/012, 8.)
In de Senaat is daar een bijkomende aanpassing aan gebeurd.
Het verslag stelt het als volgt:
"In § 7, tweede lid, worden de woorden « de onthoudingen niet beschouwd als uitgebrachte stemmen » vervangen door de woorden« de onthoudingen, de blanco- en de nietige stemmen, niet beschouwd als uitgebrachte stemmen ».
De beslissingen van de algemene vergadering worden immers genomen bij absolute meerderheid van de stemmen van de mede-eigenaars die op het moment van de stemming aanwezig of vertegenwoordigd zijn. Het wetsontwerp dat de Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen, bepaalt dat bij de berekening van de vereiste meerderheid de onthoudingen niet worden beschouwd als uitgebrachte stemmen. Die regel biedt opheldering voor een betwist punt. Het ontwerp regelt echter het probleem van de blanco- en nietige stemmen niet. De indieners van dit amendement wensen bijgevolg dat ze voor de berekening van de vereiste meerderheid niet worden beschouwd als uitgebrachte stemmen, zoals dat nu geldt voor de onthoudingen.
De heer Delpérée benadrukt dat de indieners van het amendement de oplossing hebben gekozen die wordt toegepast in het reglement van de parlementaire assemblees, dat onthoudingen niet meetellen."
(Verslag over het wetsontwerp tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek teneinde de werking van de mede-eigendom te moderniseren en het beheer ervan transparanter te maken, Parl.St. Senaat 2009-10, nr. 4-1409/10, 35.)
Dit ingevolge het volgende amendement nr. 16:
"E/ In § 7, tweede lid, worden de woorden « de onthoudingen niet beschouwd als uitgebrachte stemmen » vervangen door de woorden« de onthoudingen, de blanco- en de nietige stemmen, niet beschouwd als uitgebrachte stemmen ».
De beslissingen van de algemene vergadering worden immers genomen bij absolute meerderheid van de stemmen van de mede-eigenaars die op het moment van de stemming aanwezig of vertegenwoordigd zijn. Het wetsontwerp dat de Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen, bepaalt dat bij de berekening van de vereiste meerderheid de onthoudingen niet worden beschouwd als uitgebrachte stemmen. Die regel biedt opheldering voor een betwist punt. Het ontwerp regelt echter het probleem van de blanco- en nietige stemmen niet. De indieners van dit amendement wensen bijgevolg dat ze voor de berekening van de vereiste meerderheid niet worden beschouwd als uitgebrachte stemmen, zoals dat nu geldt voor de onthoudingen."
(Amendement (C. Defraigne en c.s.) op het wetsontwerp tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek teneinde de werking van de mede-eigendom te moderniseren en het beheer ervan transparanter te maken, Parl.St. Senaat 2009-10, nr. 4-1409/4, 9.)
Conclusie: het mag duidelijk zijn dat noch onthoudingen, noch blanco, noch ongeldige stemmen meetellen voor het totaal resultaat.
Uw interpretatie zou ertoe leiden dat zowel blanco als ongeldige stemmen bij het totaal resultaat worden gevoegd. Die logica ontgaat mij.