Vraag deze week (27/3) gesteld door Sarah Smeyers (N-VA) en beantwoord door de Minister van Justitie.
Deze tekst is een voorlopige versie. Lees de pagina 1 van de brontekst. Sommige tekstgedeelten door mij in vet geplaatst.
Kamercommissie voor de Justitie - zitting van dinsdag 27.03.2012
Vraag van mevrouw Sarah Smeyers aan de minister van Justitie over "de raad van mede-eigenaars" (nr. 10157)
Sarah Smeyers (N-VA): In artikel 577-8/1 van het Burgerlijk Wetboek is bepaald dat de raad van mede-eigendom enkel uit mede-eigenaars mag bestaan. Onlangs heeft een vrederechter de aanstelling van een vruchtgebruiker als voorzitter ongeldig verklaard, omdat hij geen eigenaar meer was in de strikte zin van het woord.
Is het de bedoeling van dit artikel om het voor vruchtgebruikers onmogelijk te maken deel uit te maken van de raad van mede-eigenaars en voorzitter te zijn van de raad van mede-eigenaars?
Minister Annemie Turtelboom (Nederlands): Als minister van Justitie komt het mij niet toe om de wet te interpreteren, bijgevolg gelden de volgende beschouwingen onder voorbehoud.
Het betrokken artikel bepaalt dat enkel mede-eigenaars deel mogen uitmaken van de raad van mede-eigendom, maar ook dat, indien de eigendom bezwaard is met vruchtgebruik, het recht om aan de beraadslaging van de algemene vergaderingen deel te nemen, wordt geschorst tot de belanghebbenden de persoon aanstellen die hun lasthebber zal zijn.
Die lasthebber wordt opgeroepen voor de algemene vergaderingen, oefent het recht van deelname aan de beraadslagingen uit en ontvangt alle documenten die afkomstig zijn van de vereniging van mede-eigenaars.
De vruchtgebruiker en de titularissen van de andere eigendomsrechten op een onroerend goed kunnen zich dus akkoord verklaren dat de vruchtgebruiker hen zal vertegenwoordigen op de algemene vergadering met volledig stemrecht. Alle partijen moeten dat schriftelijk melden aan de syndicus.
Het incident is gesloten.
Bron:
http://www.lachambre.be/doc/CCRA/pdf/53/ac439.pdf (p. 6 en 7).
Commentaar
Daaruit volgt, naar mijn mening, dat de vruchtgebruiker, ... wel degelijk het stemgerechtigd lid kan zijn, maar echter geen lid kan zijn van RME.
Maar ook dat zo één van de titularissen van eigendomsrechten niet mee ondertekend, er geen sprake kan zijn van een stemgerechtigd lid van de AV, noch voor het quorum, noch voor de deelname aan deliberatie of stemmingen.
Resterend probleem: wanneer moet die verklaring voorliggen?
1. bij de verzending van de uitnodiging voor de AV?
2. voor het begin van de AV bij de syndicus
3. tijdens de AV bij de voorzitter van de AV