Lichten en zichten in het Burgerlijk Wetboek
in mensentaal :
Een venster in een niet gemene muur in een hoger gelegen leefruimte van de buren moet ten minste 1,9 meter hoger dan hun eigen leefruimtevloer staan.
En het moet een vast raam zijn.
En het moet voorzien zijn van tralies.
Als de afstand tussen de muur en het erf van de buren geen 1,9m bedraagt dan mag men helemaal geen uitzichtgevende openingen HEBBEN.
Bemerk het woord HEBBEN. Het is niet MAKEN.
Conclusie : als de buren geen geregistreerde overeenkomst van gedogen hebben op papier met de vorige buren dan hebben deze buren geen schijn van kans.
En dan nog zou een vrederechter de overeenkomst als onwettelijk kunnen verklaren. Schending op de privacy kan men niet erven of bekomen door verjaring.
http://www.habitos.be/bouwen/item.asp?item_id=151" onclick="window.open(this.href);return false;
Om de privacy te waarborgen – zeker in dichtbebouwde gebieden –
klik op de xxx link aldaar
"zie ook .xxx.."
Resultaat deels :
Art. 678. Men mag op het besloten of niet besloten erf van zijn nabuur geen rechtstreekse uitzichten of uitzicht gevende vensters, noch balkons
of andere soortgelijke vooruitspringende werken hebben, tenzij er een afstand van negentien decimeter (...) is tussen de muur waar men die maakt,
en het erf.