Art 577-4 van de nieuwe wet op de mede-eigendom beschrijft het onroerend goed en bepaalt de quotiteiten van de gemeenschappelijke delen dat aan ieder privatief deel verbonden is.
Art 577-4 2° de met redenen omklede criteria en berekeningswijze van de verdeling van de lasten
Mijn vraag:
-vallen alle lasten en kosten automatisch onder 2°?
-of wordt alles bepaald in de basisakte?
-of zijn er regels waardoor bepaalde kosten volgens de eigendomsquotiteiten verdeeld moeten worden, ik denk dan bijvoorbeeld aan grote infrastructuurwerken als vervanging van de dakbedekking?
Het reglement van mede-eigendom bepaalt op welke wijze de verdeling van de gemeenschappelijke lasten en kosten gebeurt. Het waardecriterium (verdeling volgens aandelen/quotiteiten) vormt het hoofdcriterium. Er kan evenwel voor worden geopteerd om de kosten te verdelen op basis van het nuttigheidscriterium (op basis van het objectief nut dat een kavel/eigenaar over een bepaald gemeenschappelijk deel heeft) of voor een combinatie van beiden. Dit laatste komt meer en meer voor.
Niettegenstaande ze een gemeenschappelijk deel uitmaken, kan het zijn dat er betreffende een of meerdere van deze gemeenschappelijke delen zgn. bijzondere verdeelsleutels worden ingeschreven. Een vaak voorkomend voorbeeld is dit waarbij het tuingedeelte gelegen achter een gelijkvloers appartement, als zijnde een algeheel gemeenschappelijk deel wordt beschreven (dus eigendom van alle mede-eigenaars) maar waarop ten voordele van de gebruiker van het betreffende pand een exclusief gebruiksrecht/genotsrecht rust. M.a.w. de bewoner van het betreffende pand mag dit gemeenschappelijk deel exclusief gebruiken maar zal als tegenprestatie de kosten voor herstelling, onderhoud,... zelf dienen te dragen. Dit laatste wordt dan onder de vorm van zulke bijzondere verdeelsleutel vermeld.