Men gaat uit van een gemene levende haag, dan zijn de volgende regels uit het veldwetboek van kracht:
Art. 32. Een haag tussen twee erven wordt geacht gemeen te zijn, hetzij slechts een ervan afgesloten is of tenzij het tegendeel blijkt uit een titel of een voldoende bezit.
Art. 33. Een gemene afsluiting moet op gemeenschappelijke kosten onderhouden worden; de nabuur kan zich aan die verplichting onttrekken door van de mandeligheid af te zien.
Dit recht vervalt wanneer het een sloot betreft die niet alleen tot afsluiting dient.
ziet de buur af van zijn mandeligheid dan dient men volgend artikel te respecteren:
Art. 31. De eigenaar van een niet gemene levende haag of een niet gemene muur is gerechtigd, buiten de tijd dat de vruchten te velde staan, het erf van zijn nabuur te betreden om de haag te korten, te snoeien, het snoeisel weg te halen, de muur te herstellen of te onderhouden. Indien dit erf afgesloten is, moet overgang gevraagd worden aan de nabuur, die de plaats daarvoor naar keuze kan aanwijzen. In geval van weigering moet het erf betreden worden op de minst beschadigbare plaats en behoudens vergoeding van veroorzaakte schade.
PS in mijn opnie kan u niet verantwoordelijk gesteld woorden voor de schade die de klimop twee huizen verder aanricht als uw buur zich niet aan de basisnormen wat betreft onderhoud houdt.