(...) Overigens, hetgeen de Privacycommissie stelt is geen verplichting maar een advies wat niet onmiddellijk tot wet strekt.
Dat is een stelling die niet overeenstemt met de bevoegdheid van de Privacycommissie noch met de concrete praktijk.
Lees de pagina's van de website
http://www.privacycommission.be/nl/ er eens op na.
Sinds 2004 volg ik persoonlijk in een specifieke en analoge zaak deze problematiek. Het betrokken dossier werd al voorgelegd aan de Privacy commissie, de Vrederechter en het BIV. De betrokken professionele syndicus heeft het vonnis van de Vrederechter naast zich neergelegd, maar uiteindelijk einde augustus 2010 een adressenlijst voorgelegd, maar met twee structurele "bugs". Eén ervan was het feit dat hij ook de door hem gekende emailadressen en telefoonnummers heeft vermeld. De tweede bug heeft te maken met de toepassing van Art. 577-6 §1 BW en valt buiten de context van deze discussie.
Morgen zal contact opgenomen worden met de commissie, met de vraag om stelling te nemen voor de eerste "bug".
Donderdag zal uiteindelijk in principe een rechterlijke uitspraak in eerste aanleg vallen, in een procedure gestart in 2003, over het centrale aspect van deze zaak:
Mag een mede-eigenaar brieven schrijven naar andere mede-eigenaars als hem het spreekrecht wordt ontzegd tijdens de AV gedurende een aantal jaren. Zo ja, in welke mate en met welke inhoud.