Op een A.V. wordt door de aanwezige mede-eigenaars overeengekomen dat een binnenmuur in een private kelder wordt aanzien als gemeenschappelijk deel gezien het een hoofdmuur betreft. Het is de bedoeling om deze gemeenschappelijke muur langs de binnenzijde waterdicht te maken. Elke aanwezige partij tekent op het blad van de notulen op het einde van de vergadering. Het aandeel van elk wordt berekend en toegestuurd. Nu wil één van de aanwezige mede-eigenaars niet betalen, gezien hij beweert dat hij hiervoor niet heeft getekend. De zaak komt in verzoening voor de Vrederechter. Geeft toe dat het zijn handtekening is doch zegt dat de notulen voor akkoord wat kelder betreft er later werd tussengeschreven, hetgeen totaal onjuist is. Trekt nu ook in twijfel dat de muur als gemeenschappelijk dient aanzien te worden.Hierdoor geen akkoord bij de verzoening. Het voorschot voor het uitvoeren van de werken werd reeds betaald en zullen kortelings worden aangevat gezien het akkoord van de andere eigenaars.
In de nieuwe wettekst staat dat wanneer een mede-eigenaar niet akkoord gaat met een beslissing genomen op de A.V. zich kan wenden tot de rechter en dit binnen de 4 maand na datum van vergadering. Telt dit voor binnen de 4 maand voor de vrederechter als verzoening of is dit voor de Vrederechter in rechtzaak ? Hetgeen wel belangrijk is, men zou kunnen stellen indien de andere mede-eigenaar de notulen niet aanvecht binnen de 4 maand bij de Vrederechter in rechtszaak, de termijn van protest voorbij is.
Kan mij iemand zeggen waar ik ergens kan terugvinden wat de volgende stappen zijn ?
Met vriendelijke groeten.