#3 , 11 jun 2011 11:20
“Art.577-3.De beginselen met betrekking tot de gedwongen medeëigendom, neergelegd in artikel 577-2, § 9, en de bepalingen van deze afdeling zijn van toepassing op ieder gebouw of groep van gebouwen waarvan het eigendomsrecht tussen verschillende personen verdeeld is volgens kavels die elk een gebouwd privatief gedeelte en een aandeel in gemeenschappelijke onroerende bestanddelen bevatten. Voornoemde beginselen en bepalingen zijn niet van toepassing indien de aard van de goederen zulks niet rechtvaardigt en alle medeëigenaars instemmen met die afwijking. Ieder gebouw of groep van gebouwen waarop die beginselen van toepassing zijn, moet worden beheerst door een basisakte en een reglement van medeëigendom...”(Burgerlijk Wetboek=B.W.).
Ik ga ervan uit dat voornoemde beginselen en bepalingen WEL van toepassing zijn op het betrokken gebouw,wat echter dient onderzocht.
“Art.577-7.§1.De algemene vergadering beslist :1° bij meerderheid van drie vierden van de stemmen : ...b)over alle werken betreffende de gemeenschappelijke gedeelten...“(B.W.).
60% < drie vierden.
De 60%-eigenaar kan dus niet alleen beslissen over die werken.
Ga naar Belgische wetgeving in JUSTEL-databanken van Belgisch Staatsblad. Klik voor WetBOEKEN achter ’Juridische aard’. Op afkondigingsdatum vindt u de overige akten. Inzake FEDERALE fiscale wetgeving zie http://www.fisconetplus.be/