Personen A en C investeren samen in een onroerend goed.
A huwt met B.
A meldt aan C dat ze van dit onroerend goed hun gezinswoning wensen te maken.
C is hiermee akkoord. A en C spreken (mondeling) af dat C de lening niet meer verder aflost en dat A dat alleen zal doen, alsook alle lasten, herstellingen, belastingen die op dit onroerend goed rusten .
C blijft dus mede-eigenaar voor het afgesproken percentage, maar draagt niet meer bij in de verdere aflossing van de lening of lasten.
A en B zijn gehuwd volgens wettelijk stelsel. en samen lossen ze de lening/lasten verder af met hun beider inkomens.
BTW De af te lossen lening bedraagt nog méér dan de helft van de waarde van het goed.
Nu is de hamvraag:
indien A zou overlijden is C technische gezien de overblijvende eigenaar. (A niet, want voor-huwelijks bezit)
Maar ik maak hier een kanttekening bij:
Omdat B gehuwd was met A volgens het wettelijk stelsel én B het onroerend goed grotendeels méé afbetaald heeft (inkomens tijdens het huwelijk zijn gemeenschappelijk goed) , is B eigenlijk ook mede-eigenaar geworden van het aandeel van A.
Hoe wordt dit opgelost na het overlijden van A:
-Kan B voordat de verdeling geregeld wordt, het vruchtgebruik van de gezinswoning claimen (ondanks dat C mede-êigenaar is)?
-Wordt B ook mede-eigenaar voor het gedeelte geinvesteerd in het onroerend goed (door het wettelijk stelsel)?
- Of moeten de geinvesteerde gelden van B vooraf berekend en door C terugbetaald worden aan B voordat de erfenis vereffend wordt?
Het zal mij benieuwen, ik kijk uit naar reacties
