Ik zal even voor alle duidelijkheid het stukje van onze akte die ter zake doet citeren:
Erfdienstbaarheid:
In de hiervoren vermelde akte verkoop van negentien september negentienhonderdtachtig, inhoudende verkoop door XXXXXXXXX aan de echtgenoten Heer en Mevrouw XXXXXXXX, voornoemd, is letterlijk vermeld, hetgeen volgt:
Het bij deze verkochte goed is belast met een recht van uitweg, overgang en doorgang, in het voordeel van het lot nummer twee van het bijgaand plan van opmeting, en dit langs de zuidzijde van het bij deze verkochte goed, om langs daar te geraken naar de XXXXXXstraat.
Deze erfdienstbaarheid van uitweg, overgang en doorgang zal eeuwigdurend en overgeld zijn, zij zal tot voordeel strekken en uitvoerbaar zijn door alle verkrijgers of rechtsopvolgers van het heersend erf, evenals zij zal tegenstelbaar zijn aan en moeten geëerbiedigd worden door de verkrijgers of rechthebbenden van het dienstbare erf.
De breedte van deze uitweg wordt bepaald op drie meter.
De koper wordt gesubrogeerd in alle rechten en verplichtingen van de verkoper dienaangaande.
Hieruit begrijp ik toch dat deze erfdienstbaarheid dient om aan het achterliggende perceel te geraken en dat de eigenaar er van het recht heeft om het perceel via deze weg te betreden en verlaten.
Dit betekent bij mijn interpretatie:
- Dat de eigenaar van het heersend erf (en zeker derden) hier niet op mogen parkeren.
- Dat wij (eigenaars van de grond) gedurende beperkte tijd hierop mogen stilstaan met de wagen om te laden of lossen, zolang we er niet op parkeren en dus de uitweg/overgang/doorgang hinderen.
Ben ik hierin nu zo verkeerd?
Nog eens over de al dan niet mogelijke afschaffing van die -zelfcensuur- erfdienstbaarheid:
Art. 684. <W 01-03-1978, art. 1> De verleende uitweg houdt op, wanneer hij niet meer noodzakelijk is naar het voorschrift van artikel 682, § 1, of wanneer hij kan genomen worden op een andere plaats, die minder schadelijk is geworden dan de aangewezen ligging.
De enige reden waarom hij over dat stuk grond zou moeten passeren is om zijn auto in de garagebox op het achterliggende perceel te zetten (wetende dat hij zelf een garage heeft aan het huis waar hij effectief in woont). Voor de rest kan hij probleemloos vanuit de tuin achter zijn woning op het achterliggende perceel dat dus heerst over die erfdienstbaarheid.
Isabelle