#9 , 18 okt 2010 12:06
Klinkt logisch en stel dat b enkel recht van inwoon heeft
b heeft recht van vruchtgebuik. Dat is iets anders dan recht van bewoning.
Recht van bewoning verliest men als men de woning niet (meer) bewoont. Recht van vruchtgebruik verliest men enkel door te sterven.
Toen k1 overleed hebben zijn twee kinderen k1a en k1b de blote eigendom van hem geerfd.
Wanneer b overlijdt gaat het vruchtgebruik eerst naar z (uitgesteld vruchtgebruik van een blote eiegndom die toebehoorde aan haar overleden echtgenoot). Eerst als z overlijdt worden k1a en k1b volle eigenaars.
Laatst gewijzigd door
roharro op 18 okt 2010 12:16, 2 keer totaal gewijzigd.
Iedere wijze uil is ooit een uilskuiken geweest.