Hallo,
Mijn man en ik hebben 2 jaar geleden een appartement gekocht op de 3e verdieping.. De notaris en de makelaar vertelden ons dat 1/4 deel grond ook bij het appartement hoorde.. De buren die het tuin gebruiken, beweren dat de tuin alleen van hun zijn en er wonen ook nog gemeenschappelijke eigenaars die ook recht hebben op de grond..
In het verkoopovereenkomst staat:
In mede-eigendom en gedwongen onverdeeldheid:
een/vierde deel in de gemene delen van het appartementsgebouw en in de grond.
Maar hoort bij de grond ook de tuin bij of heeft de tekst een hele andere betekenis?
groetjes Nazli
Of het tuingedeelte zich al dan niet in algehele onverdeeldheid bevindt, hangt af van de splitsingsakte/de statuten.
Het is logisch dat alle mede-eigenaars onverdeeld eigenaar zijn van de grond of van een zakelijk recht op de grond waarop het gebouw staat. Dit betekent nog niet dat alle eigenaars onverdeeld mede-eigenaar zijn van het tuingedeelte.
De statuten bepalen dit. Wanneer u hierin leest dat er op de tuinen een exclusief gebruiks- of genotsrecht rust, dan betekent dit dat de tuin inderdaad gemeenschappelijk is en dus geen deel uitmaakt van de eigendomstitel van de eigenaar die gebruik mag maken van de tuin.
Indien dit het geval is, dan nog is de kans zeer groot dat de andere mede-eigenaars geen gebruik mogen maken van de tuin. Er zal dan immers in de statuten staan dat het gebruiksrecht inhoudt dat de eigenaar/bewoner als enige over dit recht beschikt en hij dit gemeenschappelijk deel dus kan gebruiken zonder inmenging nog toelating van de andere mede-eigenaars. Onderhoud en herstellingen zullen door de gebruiker op zijn kosten moeten worden uitgevoerd.
Het beslissingsrecht blijft dan wel aan de AV toebehoren. Wil de betreffende eigenaar bijvoorbeeld een zwembad installeren, dan zal hij buiten een eventuele stedenbouwkundige vergunning zonder meer eerst de toestemming aan de AV moeten vragen.
Conclusie: lees de statuten er grondig op na.