ons gebouw dateerd van 1999 en de gelijkvloerse verdieping waren winkelruimten. Deze hadden een grote leegstand en bijgevolg vroegen de toenmalige eigenaars hiervan aan de algemene vergadering de toestemming die ze kregen voor ombouwen to appartementen. Ze gaven de beloften de kosten in de gemeenschappelijke delen eerlijk te delen. Na goedkeuring van de bouwplannen door de bevoegde diensten werd er snel werk gemaakt en werden die appartementen haast onmiddellijk verkocht. De nieuwe eigenaars van die appartementen weten niks van die beloften en weigeren sommige gemeenschappelijke kosten te betalen, op basis dat de basisakte niet is aangepast en zij bijgevolg de kosten die de winkels betaalden enkel erkennen.
Moeten we hiermee naar de vrederechter of zijn er andere mogelijkheden?
De gemoederen raken stillaan opgehitst.
Graag enig advies
Met dank
Victor bruggeman, Lid beheerraad
Het probleem is ontstaan op het moment dat de vergadering de toestemming verleende. Uit uw uitleg leid ik af dat dit niet gepaard ging met een wijzigende statuutakte. Deze wijziging volgt normaliter uit de wet, meer uit het feit dat door het verlenen van de toestemming zowel de bestemming van de winkelpanden alsook de verdeling van de gemeenschappelijke lasten veranderde.
Aangezien hierdoor geen publiciteit (tegenwerpelijk maken door overschrijving van de authentieke akte op het hypotheekkantoor) aan derden werd gegeven, beroepen de nieuwe eigenaars zich op de initiële akte.
Aangezien conform de wet de verdeling van de gemeenschappelijke kosten en lasten dient te worden omgeslagen op basis van het nuttigheidscriterium, het waardecriterium of een combinatie van beiden, kan m.i. op basis van de reeële situatie de correcte verdeling in rechte worden afgedwongen.
Alsdan zullen één of meerdere eigenaars de VME moeten dagvaarden.
Het lijkt me in deze aangewezen om vooreerst het punt op de agenda van de vergadering in te schrijven, zodat deze hierover kan beslissen.
Wordt de benodigde meerderheid niet bekomen, dan kan de beslissing in vernietiging in rechte worden aangevochten en kan aan de rechter worden gevraagd om zich in de plaats van de vergadering te stellen.