Beste,
Onze syndicus werd, in onze akte, tevens aangeduid als gedelegeerd bouwheer (GBH). In die hoedanigheid laat hij de werken aan de gemeenschappelijke delen uitvoeren door een hoofdaannemer, bijgestaan door een architectenbureau. De overige aannemers dienen zich in de planning van de hoofdaannemer in te passen. Elke medeëigenaar dient zijn privatieve werken zelf uit te voeren. De Wet Breyne is in huidig geval niet van toepassing (volgens onze akte).
De termijn voor de uit te voeren werken is bepaald op x kalendermaanden. Deze termijn werd reeds lang overschreden, zonder dat er al een einde in zicht is. Er is een clausule in de overeenkomst tussen de GBH (die dus in naam van de medeëigendom het contract heeft gesloten) en de hoofdaannemer die bepaalt dat in geval van vertraging er vertragingsboetes te betalen zijn.
De GBH heeft op geen enkel ogenblik een ingebrekestelling verstuurd naar de aannemer wegens termijnoverschrijding waardoor de medeëigenaars dus geen recht zullen hebben op enige schadevergoeding.
Kan hij hiervoor aansprakelijk worden gesteld? Zo ja, kan hij zich beroepen op het feit dat hij zich gebasseerd heeft op wat de architect zei (m.n. dat de termijn nog niet verstreken is en dat er heel wat weerverletdagen in aanmerking moeten genomen worden verwijzende naar het KMI - ter info: het contract verwijst niet naar de door het KMI erkende weerverletdagen)? Beschikt de GBH bijgevolg ook een "controle"-rol?
Dank bij voorbaat.