Ik erfde een woning met erfdienstbaarheid tgv een vonnis op tegenspraak eerste aanleg, door de Vrederechter uitgesproken op 29 november 1971,
Het vonnis kwam na eis op doorgang door buren die niet ingesloten waren en uitweg hadden naar de openbare weg. Het gaat over een verbindingsweg tussen 2 straten.
“De (verbindings)weg zal ten eeuwige dage en ten behoeve van eenieder opengesteld blijven over zijn volledige breedte (= 3m) en lengte, eveneens over de eigendom van de heer en mevrouw V.A – E. voor de vrije doorgang te voet en met alle vervoermiddelen, zonder dat op enige wijze de doorgang zal mogen verhinderd of bemoeilijkt worden.”
De eigendommen van hogergenoemde buren werden ondertussen verkocht en een projectontwikkelaar gaat een woonerf bouwen met 27 woningen. Het pad blijft behouden midden het woonerf en toegankelijk voor voetgangers/fietsen en wordt mtbt-pad. Breedte van het pad wordt 2m.
De bouwheer ontzegt mij doorgang naar de ene straat. De erfdienstbaarheid heeft voor mij (toekomstig) nut omdat ze mij een doorgang geeft als veilige uitweg om mijn eigendom te verlaten. Verdwijnt deze doorgang moet ik een gevaarlijker uitweg nemen. Dit geeft waardeverlies van mijn eigendom omdat deze gevaarlijke uitweg eventuele kopers zal afschrikken.
Kan de bouwheer/projectontwikkelaar mijn recht op doorgang ontnemen ?