#2 , 19 mar 2022 14:34
BW
HOOFDSTUK 3. - Wettelijke erfdienstbaarheden
Afdeling 1. - Water
Art. 3.129. Waterafvloeiing tussen naburige percelen
Zonder afbreuk te doen aan artikel 3.131, moeten de lager gelegen percelen het natuurlijke water en andere zaken die het meevoert, afkomstig van de hoger liggende percelen, ontvangen.
De titularis van een lager gelegen perceel mag geen enkel bouwwerk tot stand brengen dat de afvloeiing bemoeilijkt.
De titularis van een hoger gelegen perceel mag die afvloeiing niet kwantitatief of kwalitatief verzwaren; die verplichting verhindert hem niet zijn perceel normaal te gebruiken volgens de bestemming ervan indien de omvang van de verzwaring redelijk is. Het onderhoud van de erfdienstbaarheid van afvloeiing gebeurt op kosten van de titularis van het heersend erf.
Voormelde rechten en verplichtingen zijn niet van toepassing in geval van overmacht.
]De titularis van een hoger gelegen perceel mag die afvloeiing niet kwantitatief of kwalitatief verzwaren; [
Het onvoldoende onderhouden van grachten , door wie dan ook langsheen de loop van de gracht , kan aanzien worden als " kwantitatief of kwalitatief verzwaren van de erfdienstbaarheid .
Wat een wet interessant maakt ,
is wat er in die wet , niet in staat .